Door onze website te bezoeken, stemt u in met ons gebruik van cookies.
Luisman Frans van Daal
Frans van Daal kijkt terug op 25 jaar Luisman te Nijmegen
Stukje uit Magazine November 1994
Hij was Tuinman, toen hij 25 jaar geleden bij Luisman bv in Nijmegen in dienst kwam. Maar zijn hart lag bij de mechanica, zoals “een beetje radio’s maken” toen nog heette. Frans van Daal trekt er nog een ondeugend en lachend gezicht bij. Want inmiddels is hij al 15 jaar directeur bij datzelfde bedrijf: een American Dream in Nijmegen.
Twintig medewerkers heeft hij nu in dienst. Dat was vroeger wel anders. ‘We zijn begonnen met drie werknemers in die tijd, maar het bedrijf groeide al heel vlug uit tot een man of acht’, vertelt Van Daal. Binnen korte tijd werd hij toen chef van de werkplaats. En zo’n vijftien jaar geleden vond Luisman het tijd om de speelautomatentak van het bedrijf over te dragen aan iemand anders. ‘Van onderaf beginnen noemen ze dat hè!’
Beetje illegaal
Levendig vertelt Frans Van Daal over de goeie ouwe tijd. ‘We zijn begonnen in de periode vóór 1975. Toen zat tachtig procent van de omzet in de jukeboxen. De flipperkasten kwamen er ook al wel een beetje bij. En pindapotten hadden we trouwens ook’, vult hij aan. De eerste gokkasten kwamen in 1970: de Lunars en de Merrie England.
Frans van Daal bij Merrie England gokkast
‘Ik weet nog dat Luisman en ik bij Rouvoet een vrachtwagen Lunars gingen halen, dat waren er vijftig. Die had hij toen in één keer gekocht. Luisman zei tegen mij: ‘Frans, we hebben vijftig van die dingen, we rijden er mee rond en we zetten ze overal waar ze ze willen hebben neer en we kijken wel. We gaan het maken en we worden groot óf we gaan er aan kapot’.
Nou en dat is toen eigenlijk heel goed gegaan. Ze wilden hun automaat allemaal houden en een jaar later wilden ze er allemaal één bij’, vertelt Van Daal alsof hij het zelf nog steeds nauwelijks kan geloven. ‘In dat jaar hebben wij meer dan tweehonderd kansspelautomaten uitgezet. We hadden er duizend uit moeten zetten, dat was eigenlijk beter geweest’, klinkt het droogjes.
‘Maar toen was het risico nog wat groot omdat niet iedereen eraan durfde. Het was nu eenmaal toch een beetje illegaal. Want er werd wél uitbetaald achter de balie. Maar het mocht eigenlijk niet’. Of er veel werd uitbetaald, lag een beetje aan de kastelijn. Meestal tussen de veertig en vijftig procent van de omzet.
‘De ene kastelijn betaalde pas vanaf vijf gulden, en de ander pas vanaf de 25 gulden. Er waren toen ook al kastelijns die zeiden “die inzet van een kwartje vind ik leuk, maar ik wil een inworp van een gulden hebben en ze spelen een gulden per spel”. Dat gebeurde toen ook al. Wat niet mocht, deden ze het liefst’, voegt de directeur er eerlijk aan toe.
Heimwee
Heimwee naar de goeie ouwe tijd, heeft hij niet. In tegendeel. Van Daal vindt dat de branche juist veel ten goede is veranderd. ‘Door het publiek worden wij toch anders bekeken, in vergelijking met 15 jaar terug. Als je toen zei dat je in speelautomaten deed, dan was je bij voorbaat al een halve crimineel.
Op dit moment krijg je meer begrip van de mensen rondom je heen. Ze zien dat het een gewone branche is met gewone bedrijven. Je moet tegenwoordig ook gewoon je bedrijf goed op poten hebben, wil je overleven. Dat was tien, vijftien jaar geleden niet zo belangrijk. Het geld kwam toch wel binnen’. Makkelijk was het toen wel, geeft hij toe.
Personeel bij Luisman
Niet eenvoudiger
Het is er in Nijmegen de laatste jaren in ieder geval zeker niet eenvoudiger op geworden nu het verschijnsel “verslaving” definitief aan de geschiedenis van de automaat is verbonden en de overheid terug naar af wil. Volgens Van Daal is het na 1986 eigenlijk begonnen. ‘Voor die tijd, en daar ben ik altijd voorstander van geweest, hanteerden wij de 1-1 optie in Nijmegen. Het is toen een beetje afgedwongen om naar de 2-2 te gaan. En daar krijgen we nu de klappen van thuis.
Nu wil de gemeente weer zover terug als ze kan’. Van Daal vertelt dat de gesprekken in eerste instantie best positief verliepen. ‘De burgemeester wilde voor die 1-1 knokken. Daar waren we hier in Nijmegen heel tevreden en gelukkig mee. Totdat we een nieuwe burgemeester kregen. Die wilde er niks van weten. Die wil alleen maar 1-0 en het liefst nog verder terug. Maar dat kan niet’.
Trots
Van verslaving wil Van Daal zelf niks weten. ‘Ik heb altijd gezegd verslaving wil ik niet, en dat wil ik nog steeds niet. Twee kansspelautomaten in een cafetaria en dan nog van het zwaarste soort, daar is hij nooit een voorstander van geweest. Met enige trots vertelt hij dat ook nooit gedaan heeft.
‘We hebben maar één Random Runner in de exploitatie staan’. Het heeft zelfs enige tijd geduurd voordat de directeur van Luisman deze piekmachine in zijn speelhal wilde. ‘Maar op een gegeven moment kwam ik bij bijzondere wetten en die verklaarden me voor gek. Volgens hen was ik roomser dan de paus. “Zet ze er maar in want een andere hal hier heeft er veertig”, zeiden ze tegen me’.
Maar voor hem hoeft het niet. ‘Ik ben wel eens gebeld door een andere exploitant die zei dat ik ze een goede klant had gestuurd. Ik had namelijk een zware gokker geweigerd. Ik zei “Jij mag hem houden, ik wil hem er niet meer in”. Als vrouwen bij mij komen die zeggen dat 20.000 gulden voor de verbouwing bij ons in de kast zit, dan hoeft dat voor mij niet.
Frans van Daal
Spannend
Werken in toch wel een beetje aparte branche vindt Van Daal altijd nog een uitdaging. ‘Het is wel spannend moet ik zeggen’. Maar hij hoopt niet dat de tijden weer teruggedraaid worden. ‘De illegaliteit in gaan, dat zou ik niet meer willen. Je zit toch altijd al een beetje tegen die rand aan te schoppen; kan het wel, kan het niet.
Ik zou niet gauw weer illegale machines wegzetten. Dan zou ik stoppen’. Frans van Daal hoort de geluiden over illegaliteit weer steeds luider. ‘Je kunt er toe gedwongen worden. Wanneer ze je echt zoveel afnemen dat het niet meer rendabel is en je moet kiezen tussen je bedrijf opheffen of de illegaliteit in, dan is dat een moeilijke beslissing’.
Maar direct relativeert hij de situatie weer: ‘We zijn natuurlijk een beetje verwend door het grote geld. We kunnen allemaal wel met een stukje minder. We zeggen wel dat het allemaal niet kan, maar uit onderzoeken blijkt dat we met een rendement van tien of vijftien procent óók een leuk bedrijf kunnen hebben. Rendementen van veertig procent: dat is ook eigenlijk te gek’.
Dirigent
De goedgemutste directeur moet even lachen om de vraag hoe hij regeert over Luisman. ‘Misschien wel eens te soepel!’ Mensen moeten zelf initiatieven kunnen nemen. Ieder moet zijn verantwoording hebben voor het bedrijf, vindt Van Daal. ‘In principe ben ik iemand die zegt wat ik van iemand verlang. Verder geef ik mensen de vrijheid om te werken op een manier waarop ze denken dat ze het moeten doen.
Je bent een soort dirigent als directeur’. Volgens Van Daal is er ook behoorlijk veel overleg. ‘Een bedrijf kun je niet alleen runnen. Werknemers hebben vaak goede ideeën. Soms sta je zelf ook gewoon te ver van bepaalde dingen af en hebben personeelsleden beter inzicht dan de directie’. Of het personeel het gezellig vindt bij Luisman, weet Van Daal niet. ‘Ze moeten wel werken!’
Knokken
Sinds vorig jaar november is Frans van Daal actief in het bestuur. Ook heeft hij jaren deel uit gemaakt van de “geschillen commissie” van de VAG. ‘Om de rommelaartjes een beetje in de hand te houden’, verklaart hij. ‘En dat lukt aardig’. Maar pogingen om een convenant met de gemeente van de grond te krijgen, zijn gestrand.
‘Het CDA, D’66 en de speciale commissie wilden nog wel, maar de burgemeester had het van te voren allemaal zo goed uitgestippeld! Die liet op de laatste vergadering, de beslissende vergadering, een paar mensen komen van het CAD en het hoofd van de politie. Die liet hij allemaal een toespraak houden over gokverslaving. Hij zei later heel eerlijk dat heel bewust te hebben gedaan. We konden er weinig tegen doen’.
Hoe dan ook, Frans van Daal gaat gewoon stug door. “Op naar de vijftig” is wel wat veel voor de vijftig jarige directeur, maar veertig zit er misschien wel in. ‘Ik heb altijd gezegd “ik hoop dat ik hier 65 kan worden” en daar blijf ik voor knokken! ‘
Bronvermelding: Automaten Magazine November 1994