Door onze website te bezoeken, stemt u in met ons gebruik van cookies.
Van Manen
Het verhaal van Frits Van Manen en Harry de Loos
Stukje uit Automaten Magazine Juni 2002
Van Manen Automaten, net iets anders! ‘Het amusement zal nooit uit de horeca verdwijnen’
Ze werken anders dan de meeste anderen. Ook hun filosofie wijkt wat af van het gangbare in de branche. En naar buiten treden doet Van Manen Automaten al helemaal zelden. Voor ‘Ergens in Nederland’ maakten ze een uitzondering. Directeur Harry de Loos en grondlegger Frits van Manen over hun bedrijf: ‘Belangrijkste is dat onze klanten weten wat ze aan ons hebben.
‘Eigenlijk is het aan De Telegraaf te danken dat dit bedrijf überhaupt van de grond kwam’, begint Frits van Manen. ‘In een advertentie werden twee flippers te koop aangeboden. Dat leek me wel wat. Ik heb ze opgehaald en later uitgezet bij een cafetaria. ‘Zo begon, bijna 32 jaar geleden het verhaal van Van Manen Automaten. Van die eerste twee flippers tot aan de exploitatie zoals die nu nog plaats vindt en de overige activiteiten die Van Manen vanuit Hintham, gemeente ’s Hertogenbosch, onderneemt.
Harry de Loos en Frits van Manen
‘Kansspelautomaten, geluid, licht, behendigheid. ‘Alles wat maar met horeca te maken heeft. Al het amusement dat je daaraan kunt leveren. En wat we ook blijven leveren, want het amusement zal nooit uit de horecagelegenheden verdwijnen. Net zo min als dit bedrijf trouwens verdwijnt, wij blijven zelfstandig, wat er ook gebeurt’, aldus een vastbesloten Frits van Manen.
Autoracer en vliegenier
Frits van Manen behoort dus niet tot die ‘automatenpioniers.’ Je zou kunnen zeggen dat hij bij toeval in de branche terecht is gekomen. Dat wil zeggen, toen hij met de flippers begon kon hij nu eenmaal niet weten dat dit het begin van een florerend bedrijf zou worden.
‘Het ging goed met die flipperautomaten, we hebben nu nog klanten van het eerste uur. Daarna kwamen de Lunars, ook dat werd een succes. Gaandeweg zijn we zo verder gegaan.
Harry de Loos, de huidige directeur kwam er later bij. Ook weer op zo’n ‘aparte’ manier. Frits van Manen vertelt: ‘Ik deed aan autoracen. Ik nam op een keer Harry mee als monteur. Dat ging goed. Het contact bleef en Harry is vervolgens mee gaan draaien in de zaak. Eerst als monteur, maar geleidelijk aan heeft hij steeds meer werkzaamheden op zich genomen. Nou ja, je ziet waar het toe heeft geleid.
Dat Harry de Loos een steeds belangrijker man binnen het bedrijf werd had meerdere oorzaken. Zijn vakkennis, maar ook omdat Van Manen veel op pad was. Eerst voor de racerij, later als vliegenier. Van Manen’s loopbaan is zo mogelijk nog opmerkelijker dan de start en de groei van het bedrijf.
“Tja, je doet wat, pakt dingen aan, ik had veel interesses. Op een gegeven moment stapte ik over van het racen naar het vliegen. Eerst als hobby, maar later richtte ik met een collega een eigen maatschappij op, ‘Dynamic Air.’ We verzorgden zakenreizen met jets. Van het een kwam het ander.
Uiteindelijk werd ik gezagvoerder bij Nederlands grootste luchtvaartmaatschappij. Ik had gereageerd op een advertentie. Zonder enig idee dat ik weleens kon worden aangenomen ging ik naar het sollicitatiegesprek. De volgende maandag vloog ik naar Stockholm en zat ik in de simulator.’ Het was begin jaren negentig.
Van Manen kreeg het drukker met zijn pilotenbestaan en dus moest er iets gebeuren in Hintham. ‘Harry werd tot directeur/aandeelhouder bevorderd. Maar dat was puur een formaliteit. Hij was in de praktijk natuurlijk al een hele belangrijke schakel.’
Zonder contracten
Ook Harry de Loos kwam niet uit de speelautomatenbranche, maar hij wist zich al snel de materie eigen te maken. ‘De techniek lag me vrij goed, en het contact met de klanten evenzeer. Wij hebben altijd onze eigen manier van werken gehad, ook richting klant. Proberen te begrijpen hoe hij werkt.
Dus ook als er vanuit een horecagelegenheid ’s avonds laat wordt gebeld of je even een reparatie wilt verrichten dan doe je dat. Zo hou je je klanten, zo maak je je betrouwbaar.’
Frits van Manen: ‘Tot voor een jaar of zes werkten wij niet eens met contracten, zo goed waren de verhoudingen.’ Het sociale aspect was daarbij ook belangrijk. ‘Je staat naast je klant. Je doet meer dan alleen die automaat wegzetten en vervolgens je geld ophalen. Dat gaat soms redelijk ver, wat ons betreft.
Je kent de mensen, je staat hen dan ook bij als het minder goed gaat. Ja, begeleiden, waarom niet? Totdat hij de boel weer op de rails heeft. Ik vind dat zoiets bij je taak hoort.’ Deze klantvriendelijke aanpak legde het bedrijf geen windeieren. In korte tijd wist men de exploitatie uit te breiden. Ook nu nog bestrijkt men een flink gebied in de regio. Zeven mensen werken er thans in het bedrijf. Belangrijke beslissingen worden door Van Manen en De Loos als vanouds steevast samen genomen.
Klappen goed opgevangen
Het was de tijd van het gedogen, toen Van Manen startte. De verhoudingen met de gemeenten waren wisselend. ‘Ik heb het idee dat men niet altijd precies weet wat er speelt in onze branche en wat er met de regelgeving wordt bedoeld. En je moet weten wat je aan hen hebt hè, de ambtenaren.
Heb je een goed gesprek, denk je het aardig voor elkaar te hebben, dan blijkt later dat de politiek het anders wil en geeft de ambtenarij niet thuis. Tja, je weet onderhand hoe het gaat. Toch was er soms wel resultaat. In sommige gemeenten kwam er, toen de verslavingsproblematiek in de picture kwam, een convenant, elders wist men op min of meer informele wijze aan een eind te komen.
Frits van Manen: ‘Maar ook dat lukte niet altijd. Had ik een goed gesprek met het college, maakte een vervolgafspraak en dan wordt het vervolgens officieel omdat bijvoorbeeld de mensen van de VAN erbij willen zijn. Dat hoort dan ook zo, ik weet het, maar de bestuurders schrikken dan blijkbaar van het officiële gehalte dat zo’n gesprek dan weer krijgt. Nee, het liep niet altijd even vlot.
Harry en Frits (steevast met een sigaar)
Maar toch wist men de tegenslagen bij Van Manen goed te pareren. ‘Het is maar de vraag of het nu zoveel beter is hoor. Okee, er is duidelijke wetgeving. maar blijft dat zo? Wat gebeurt er over een tijdje? Wij hebben genoeg vreemde dingen meegemaakt. Het ophalen van automaten, de beperkingen, het verdwijnen uit de droge horeca. Harde klappen, maar Van Manen wist ze op te vangen.
‘Omdat we in de goeie periodes steeds geld hadden gespaard. konden we ook bij tegenslagen blijven investeren. Ook toen de hardste klap viel, toen de automaten uit de droge horeca moesten. Terwijl juist daar Van Manen veel machines had uitstaan. Maar je zag het aankomen. We waren het er niet mee eens, maar je moet je ogen niet sluiten voor de realiteit.
Vooral Harry heeft toen keihard gewerkt om ons bij de natte horeca binnen te krijgen. Ook dat lukte, al was het een gigantische klus. Met gemengde gevoelens kijken De Loos en Van Manen terug op die periode. ‘Ik vraag me af of het wel zo’n goed besluit was, de automaten uit de droge horeca. Wij zagen meer in beheersing, ook in de droge horeca. Maar je moet als branchevereniging dan wel eensgezind optrekken. Misschien hadden we het wel gehaald als er harder aan was getrokken.”
Wisselgeld
Dat lijkt op een verwijt richting VAN. Een veelgehoorde klacht uit de sectie exploitanten is immers dat de amusementscenters van alles binnen hebben gehaald, maar dat de exploitanten daarvan het slachtoffer werden.
Harry de Loos: “Eigenlijk is de exploitatie als wisselgeld gebruikt voor een nieuwe wetgeving.” Maar nee, kritiek op de VAN hebben ze niet. Van Manen: “Wij zijn lid nummer achttien! We zijn dus al heel lang lid en dat blijven we ook. Harry is nog een tijd lid geweest van de geschillencommissie. Maar dat de amusmentscenters het goed voor elkaar hebben gekregen is ook logisch. Daar zitten de grootste bedrijven, zij brengen van de hele branche het meeste binnen, dat weten wij ook wel.
Daarnaast hebben ze goed gelobbyd. Ja, wellicht ontbrak het bij de exploitanten weleens aan die eensgezindheid, dat zou kunnen.” Maar toch. de VAN mag wel wat meer naar hen, de exploitanten, luisteren, vinden ze.
‘Neem de internetzuilen, daar staan hele groffe spelletjes bij. Wij hebben voorgesteld om eens met de leveranciers te gaan praten om die spelletjes op het niveau van de horeca automaten af te stellen. Zo moeilijk is dat niet hoor. Dat wordt dan meegenomen en vervolgens hoor je er niks meer van. Jammer’, vindt Harry de Loos.
Rollende rollen
Maar toch, het amusement zal niet uit de horeca verdwijnen, daarover zijn beide het eens. Waar ze enigszins van mening over verschillen is hoe die spellen er straks uit zien. Waar Harry de Loos een nieuwe, geavanceerde soort ziet komen, denkt Frits van Manen dat de ‘ouderwetse knoppenmachines niet zullen verdwijnen.
‘Dat de hendel destijds verdween vonden veel spelers al erg. Het moet bewegen, rollende rollen. Je bestelt straks in het café toch ook niet een biertje op digitale wijze?’
Veranderingen
Van Manen Automaten heeft het allemaal al meegemaakt. ‘Ach, ik heb des tijds achter die flippers gestaan omdat ze steeds kapot gingen. Stond de speler ervoor en ik erachter. Zo ging dat. Maar we hebben ook de eerste elektronische speelautomaat gemaakt. De Jumping Joker werd door Van Manen omgebouwd tot elektronische machine. De vele soorten automaten kwamen en gingen, tot de Nijpels-machine van nu.
Die aangeklede schemerlamp, noemt De Loos hem. Maar wat er ook verandert en hoe snel dat allemaal zal gaan, het bedrijf uit Hintham zal niet worden overgenomen. ‘Ze hebben het geprobeerd, maar we zijn niet te koop. We draaien lekker en we gaan door’, verzekert Harry de Loos. Al bijna 32 jaar wordt er op die eigenzinnige manier gewerkt. De mond tot mondreclame doet de rest.
Bronvermelding: Automaten Magazine Juni 2002