Door onze website te bezoeken, stemt u in met ons gebruik van cookies.
Harry Vale
Harry Vale (geboren 26-10-1931, overleden 15-5-2018) is de 1e zoon van Frans Vale (geboren 15-9-1903, overleden 25-6-1984)
Frans Vale was de oprichter van Vale Automaten.
Stukje uit de Telegraaf 04-08-1973
Harry Vale de ..fruit-pionier”
Een van de pioniers op het gebied van de amusements automaten en thans wellicht de grootste importeur en exploitant in ons land, is Harry Vale (41), die ruim 20 jaar geleden twee gekochte speelautomaten in een café op de Eindhovense markt plaatste. Het kwetst hem als men hem als gokbaas betitelt.
Sommigen beschouwen mij als een soort maatschappelijke randfiguur. Ik heb met hard werken een bedrijf met 43 personeelsleden opgebouwd in deze keiharde business, waar zich in Nederland zo’n 300 exploitanten mee bezighouden”, zegt de man, die na de hogere hotelvakschool lunaparken ging bouwen in Spanje.
Mijn vader had een hotel in Amsterdam en hield zich bezig met flipperautomaten als kermisattractie. Het was een nieuw idee om die flipperkasten in cafés te plaatsen en zo is het begonnen”, zegt de man die nu alle denkbare soorten amusementsmachines in de handel brengt.
Om ons tot de speelautomaten te beperken; Harry Vale – die de opbrengst van vele honderden machines in even zovele etablissementen deelt met caféhouders zou niets liever willen dan dat een officiele keuringscommissie na de test van zijn apparaten toestaat dat het geld, dat in het sleufje wordt gestopt om te kunnen spelen, er rechtstreeks uitrolt voor degenen die het nu als winnaar moeten doen met een vrij spel.
Natuurlijk is het hem bekend dat de kasteleins dan in vele gevallen een rondje geven of anderszins beloningen uitzetten om de attractiewaarden van hun speelautomaat te ver- hogen, hetgeen in feite verboden is.
Stukje uit Magazine April 1993
Koninklijke onderscheiding verrassing voor Veldhovenaar en Ridder Harry Vale
Harry Vale wordt geridderd door burgemeester Jacobs.
“Het was een volslagen verrassing, ik wist niet wat me overkwam. Maar fantastisch was het wel en een prachtige dag”. Harry Vale was behoorlijk overdonderd toen hem op 12 februari de onderscheiding werd opgespeld waarmee hij tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau werd benoemd.
Hij ontving die onderscheiding vanwege de veertig jaar dat hij nu in ‘het vak’ zit en zich verdienstelijk maakte binnen het bedrijfsleven, waar hij een maand eerder terugtrad als algemeen directeur van de holding. Maar daarnaast duikt zijn naam ook vaak op als het om vrijwilligerswerk gaat. Binnen de Vereniging Ypsilon, een organisatie voor en van ouders en partners van mensen die lijden aan schizofrenie en manische-depressiviteit, wordt hij zeer gewaardeerd. Ook voor dat werk werd hij onderscheiden.
“Nou, toen ik bij het Koningshof, een congrescentrum, arriveerde en al die bekenden zag begon ik te twijfelen en even later had ik in de gaten dat het om mij ging en herinnerde ik me dat ik veertig jaar in dit vak zit. Maar de verrassing was er niet minder om”, zegt Harry Vale nu.
Burgemeester Jacobs van Veldhoven mocht hem de onderscheiding opspelden en had lovende woorden over voor het werk en de inzet van de heer Vale. Mooie woorden waren er ook van Cor van Avezaath, directeur van Prof Sound Systems en van de voorzitter van de vereniging Ypsilon, de heer Van Rixtel.
Bewondering
“Het leest als een boek”, begon de burgemeester zijn toespraak. En hij doelde daarbij op de gegevens die hij had doorgenomen over de loopbaan van de heer Vale, die ruim 35 jaar geleden als zelfstandig ondernemer begon. Hij herinnerde aan diens werk binnen de horeca, waar Vale begon en het ‘logische’ vervolg daarop binnen de automatenbranche.
“Met uw creativiteit en uw kwaliteit om anderen te enthousiasmeren wist u een prachtig bedrijf op te bouwen met zoveel activiteiten die met elkaar waren verbonden en bleven groeien”. De burgemeester roemde verder de uitstekende werk omstandigheden binnen zijn bedrijf. Zijn (vrijwilligers) werk voor geestelijk gehandicapten, en dan met name voor Ypsilon waarvan hij jarenlang regionaal voorzitter was, werden extra benadrukt. “Dat werk heeft het ontzag en bewondering van velen gewekt”.
Harry en Miep Vale met de kleinkinderen
Nadat, onder applaus van de vele aanwezigen, de eretekenen waren opgespeld, mocht de heer Van Avezaath zich richten tot ‘Ridder Harry‘. Hij ging in op de veertig jaar dat Vale in het speelautomatenvak zit. “Goed ondernemerschap, weloverwogen initiatieven”, waren enkele van de trefwoorden die Van Avezaath gebruikte.
Of het gemakkelijk werken was met Harry Vale vroeg hij zich af. Vergeet het maar, was het antwoord. “Om een voorbeeld te noemen: als we zeggen dat hij zit te drammen, noemt hij dat ‘bijsturen’. Bemoeizucht is ‘begeleiding’. En zijn eigenwijsheid noemt hij ‘ervaring’. En als hij het absoluut niet van ons kan winnen, komt hij met de bekende paragraafartikelen: ‘de chef heeft altijd gelijk…..”.
Het was schertsend bedoeld uiteraard, want de directie van de holding had alleen maar ontzag en respect voor de wijze waarop Vale zich jarenlang heeft ingezet voor zijn bedrijven en dat nog doet. “Want terwijl zoveel anderen er dan een punt achter zetten, blijf jij je betrokken voelen bij de onderneming”, zei Van Avezaath die daarna Vale namens het voltallige personeel, 160 medewerkers, een prachtig aandenken overhandigde.
Betrokken
De voorzitter van de stichting Ypsilon, de heer Van Rixel, ging in op Vale’s verdienste voor deze vereniging. “Toen zeven jaar geleden Ypsilon werd opgericht ontpopte de heer en mevrouw Vale zich als zeer betrokken leden van wat toen nog een werkgroep was.
Overheid en professionele hulpverlening wisten weinig raad met het verdriet van familieleden van deze specifieke groep geestelijk gehandicapten. Geruisloos werd de oprichting tot vereniging door de heer en mevrouw Vale gedaan. Ook verzetten zij erg veel werk voor de totstandkoming van een dagverblijf voor de patienten, De Boei”. Ook al was zijn verhaal niet zo feestelijk als dat van de andere sprekers, het werk dat Vale op dit gebied verricht mocht niet onvermeld blijven, vond Van Rixel.
Namens de VAN sprak voorzitter Doll een woordje. “Het gebeurt niet zo vaak dat mensen binnen onze branche zo’n onderscheiding krijgen, we zijn er daarom allemaal erg blij mee”, aldus de voorzitter die zei dat hij, ondanks de korte tijd dat hij Vale kent, onder de indruk is gekomen van diens inzet voor de branche. Hij noemde met name zijn werk in oost Brabant en noord-Limburg. “Dagelijks ben je ermee bezig”.
Woorden van lof waren er ook van de vice-voorzitter van Horeca-Nederland, de heer Püper. Hij werkte nauw samen met de heer Vale in de strijd voor een convenant in Eindhoven. “Wij lijken wel een ijsdanspaar dat een aantal verplichte figuren moet opvoeren voor de jury. Dat deden we goed, ik vind alleen dat de kwaliteit van de jury te wensen overlaat”.
Ook oud-voorzitter van de VAN, de Bertus van Dessel, zelf ook Ridder in de Orde van Oranje Nassau, feliciteerde Vale namens het VAN-seniorenconvent : “als er één is die het verdient, dan ben jij het”. Het feestelijk middelpunt zelf wist nauwelijks nog wat te zeggen. “Heel wat, allemaal. En ik sta er nog versteld van dat dit allemaal geregeld kon worden, zonder dat ik er iets van af wist. Neemt u me daarom niet kwalijk dat ik niet zo goed weet wat ik moet zeggen. Ik ben alleen heel erg dankbaar”. In ontspannen sfeer kon men de heer Vale tenslotte gaan gelukwensen.
Ander Stukje uit dezelfde Automaten Magazine April 1993
Bijpraten met een van de pioniers van de branche en mede-oprichter van de VAN. Over zijn onderneming en de enorme groei en diversiteit daarvan, over de huidige situatie binnen de branche, over hoe het ’toen’ was, maar ook: een kritische blik naar de toekomst en hoe het wellicht anders of beter zou kunnen.
“Waar ik me weleens kwaad over maak is de gemakzucht van collega-ondernemers of mensen van de horeca als er een convenant is afgesloten. Alsof je dan met je handen over elkaar kunt gaan zitten en doen of het allemaal voor elkaar is. Maar dan begint het pas. Mensen, laten we nou toch zorgen dat we ons een goede partner tonen door het convenant goed na te komen”, zegt Harry Vale als we ontwikkelingen rond de convenanten bepraten.
“Hoe het wel moet? Door je aan de afspraken te houden, de minimum leeftijd in acht te nemen, door controles. Een convenant werkt niet als je als de belanghebbende niet pleit dat de gemeente een speciale controleur hiervoor aanstelt en hem geen bevoegdheden geeft om sancties te treffen. Ook werkt het niet als partijen niet regelmatig evalueren. Na de overgangsperiode word je met metingen van gokverslaving om je oren geslagen als je geen partner in het overleg bent”.
Eindhoven
Vale weet waarover hij praat, in Eindhoven balanceren branche-ondernemers en horeca mensen immers al geruime tijd tussen hoop en vrees, om het wat pathetisch uit te drukken. Een totaalverbod dat eraan dreigde te komen. De horeca en exploitanten die gezamenlijk actie ondernamen en een vrijwillig ‘convenant’ sloten. Honderden automaten die werden opgehaald. De gemeente die door liet schemeren dat er toch nog gepraat kan worden. En dan de gemeenteraad die 15 maart besloot de 1-0-0 regeling op 1 januari 1995 te laten ingaan.
Getergde ondernemers, waaronder Vale zelf, die vonden dat men dan de consequenties moest aanvaarden en dreigden de weggehaalde automaten weer terug te plaatsen. Vale zegt nu: “dat zijn momentopnames, je bent dan zo boos en teleurgesteld dat je goede bedoelingen niet worden opgepikt, dat men gewoon niet wil luisteren naar je argumenten. Maar ik denk dat zo’n actie van terugplaatsen averechts zou werken. Bovendien heeft de burgemeester bevestigd dat hij een methodiek met andere gemeenten wilde ontwikkelen om de effecten van het terugdringen van het aantal geplaatste kansspelautomaten op de gokverslaving te meten.
Aan de hand van de resultaten van die metingen wil de raad nu eventueel tijdens de overgangsperiode haar besluit heroverwegen. Hierop is door ons onmiddellijk gereageerd en de helpende hand aangeboden, daar onze organisatie een opdracht heeft gegeven aan de Katholieke Universiteit om zo’n methodiek te ontwikkelen, wat eind april te verwachten is”. Een totaalverbod of een proefconvenant.
Harrie Vale: “Eigenlijk is dus hetzelfde bereikt als met een convenant, met dit verschil, dat we de beheersbaarheid van de gokverslaving zelf moeten ‘bewijzen. Maar ik ben een rasoptimist; ik blijf vertrouwen in een goede afloop.”
Diversiteit
De gedrevenheid waarmee Vale strijdt voor een eerlijke ontwikkeling voor de gehele automatenbranche spreidt hij ook ten toon in zijn eigen bedrijf. Hoewel hij beweert bewust wat gas te hebben terug genomen, Vale is geen directeur meer maar bekleedt een adviserende commissarisfunctie binnen de Pro-Am holding, weet hij precies wat er gaande is binnen het bedrijf.
Een gedrevenheid die er al veertig jaar is. Hoewel hij in het hotelvak zat wist zijn vader hem, begin jaren vijftig, over te halen de speelautomatenbranche in te gaan. Zo raakte hij onder andere in Spanje verzeild als assistent-bedrijfsleider van Lunaparkevenementen. Het kermisvak eigenlijk. “Ik heb er veel geleerd, maar ik was een levend skelet toen het secretariaat.
Dat is mij niet duidelijk. Ik vraag mij ook af of het hoofdbestuur wel opgewassen is tegen de huidige problemen waar we mee te maken hebben. Op enkele uitzonderingen na denk ik dat men binnen het bestuur de problemen onderschat of er gewoon niet goed mee om kan gaan of niet voldoende tijd aan kan besteden.
Als er binnenkort een kamerdebat over het speelautomatenbeleid komt vind ik het vreemd dat men zich daar pas zo laat op gaat voorbereiden. Ik noem maar een enkel voorbeeld. Dat de capabele mensen afvallen vind ik ontzettend jammer. Ja, iemand als Annet Kok, het is doodzonde dat die ermee stopt, die ontwikkelingen vind ik heel bedenkelijk”.
Met de huidige voorzitter heeft Vale geen problemen, al zag hij dan liever een ondernemer die functie bekleden. “Dan moet je toch nog, laten we maar zeggen een secretaris hebben die met zijn deskundigheid de voorzitter en het bestuur adviseert en begeleidt, de organisatie van het secretariaat onder controle heeft en de belangrijkste besprekingen bij de overheid met de voorzitter, bijgestaan door D.B.-leden, voert”.
Over de convenanten, waar hijzelf als onderhandelaar ook regelmatig bij betrokken is, zet Vale: “Dit is natuurlijk een dolle situatie. Elke dag zitten we wel ergens met een gemeente te praten. Ik vind dat we als branche en belangenorganisatie nog har- der moeten knokken voor een convenant met de landelijke overheid. Noem het een Algemene maatregel van bestuur of noem het anders. Ja, ik weet wel dat het bestuur dat ook wil, maar ik pleit voor een hardnekkiger hameren daarop, langer volhouden en alerter handelen”.
Vale ziet zijn twijfels als opbeurende kritiek. Ook als de groothandel ter sprake komt. “Ik vind dat de groothandel meer moet letten op de geest en de normen die binnen de VAN leven. Neem het keuringssysteem. Om onderlinge concurrentie in balans te houden zou het goed zijn als daar binnen de VAN goed op wordt gelet. Een eigen keuringscommissie zou een oplossing kunnen zijn. De interne gedragscode laat te wensen over, vind ik”.
Harry Vale neemt geen blad voor de mond als het de branche, het imago of de eigen onderneming betreft. “Ze kennen me, ze weten hoe ik tegen bepaalde dingen aankijk”, zegt hij.
Stukje uit Automaten Magazine Juni 1994
De droom van een automaten vader.
Harry Vale met regulerende maatregelen
Aan het woord is een man die in 1971 niet alleen mee aan de wieg stond van de VAN, maar die wieg ook mee in elkaar timmerde en bleef onderhouden. Een man die de inmiddels groot gegroeide Speelautomaten Branche-organisatie nog steeds een warm hart toedraagt en zich heel actief blijft inzetten voor een gelukkige toekomst: Harry Vale, een man met dromen en wensen.
Wat is uw reactie op de ontwikkelingen in de automatenbranche?
‘Je moet er mee leren leven. Maar er verscheen in december 1993 nog eens een regeringsnotitie met enorm aantal strakke maatregelen, en daar boven op komt nu weer de onlangs uitgelekte notitie “Kansspelen in Balans” van Kosto. Het is onbegrijpelijk eigenlijk dat de politiek op deze wijze wordt gehanteerd. Want zoals minister Andriessen al zei in de vaste kamercommissie, de regeringsnotitie was op zich al een overkill en nu komt Kosto nog eens een keer met maatregelen. Ook vind ik het heel typisch dat men wel luistert naar een 2-0-0 en dat overneemt.
Maar de opmerking van die zelfde commissie die pleitte voor een overgangsregeling van drie tot vijf jaar, valt opeens helemaal weg. Nee, integendeel, Kosto zegt dat alle apparaten nu maar per 1 juli 1995 weggehaald moeten worden. Nou, deze maatregel op maatregel op maatregel maken exploitatie voor de automatenbranche en horeca absoluut onmogelijk. Het wordt een ramp als het zo door zou gaan’.
Wat zijn de gevolgen volgens u?
‘Op de eerste plaats is het zo dat de omzet in de laagdrempelige inrichtingen in 1993 ondanks de gehanteerde prijsverhogingen in 1993, met 3,25 procent gedaald is. Een ander feit is dat vele laagdrempelige inrichtingen zonder de omzet van kansspelautomaten een te lage omzet realiseren zodat met andere woorden hun ondernemersloon onder het minimum ligt.
Deze gegevens zijn afkomstig van de Koninklijke Horeca Nederland en Bedrijfschap Horeca. De maatschappelijke gevolgen van alleen al een beleid van 2-0-0 zijn groot. Het betekent namelijk dat er zo’n zes tot achtduizend arbeidsplaatsen verloren gaan bij de laagdrempelige inrichtingen.
Bovendien zijn het de kansarme medewerkers, wat betreft het vinden van een nieuwe baan, die op straat komen te staan. Daarom zeggen wij, luister eens, u kunt wel aan het welzijn denken van de burgers, en dat moeten wij respecteren, maar u kunt niet voorbij gaan aan de economische gevolgen.
Als het niet politiek maar rationeel beoordeeld wordt, dan moeten ze daar gehoor aan geven. Het nare van alles is dat de beleidmakers cijfers vertalen en nu bijvoorbeeld denken dat de cafetaria’s in grote mate door de jeugd bezocht wordt, maar dat is helemaal niet zo. Van het totaal aantal bezoekers is 10 tot 15 procent jeugd. Deze mensen krijgen dus een stempel opgedrukt waar ze dus onrecht mee worden aangedaan’.
Welke weg wilt u nu inslaan? Wat is uw beleid op dit moment?
‘We hebben een gedachte klaarliggen om aan de gemeenten te vragen 1 of of zij willen anticiperen op een eventueel landelijk beleid van 2-0-0 én dus ook op de opmerking van de vaste kamercommissie over de overgangsperiode van drie tot vijf jaar.
Verder verzoeken wij gemeenten waar een convenant is gesloten en waar nog een overgangsperiode loopt, deze te continueren tot er een landelijke regelgeving is. Dit jaar zijn een aantal convenanten afgelopen die ook geëvalueerd worden. Deze gemeenten, maar ook die in een beslissingsfase zijn, verzoeken wij door te gaan tot dat er werkelijk een landelijke regeling is. Tegen gemeenten die eerder een, volgens ons, vergaande beslissing hebben laten uitvoeren, zeggen we “maak er alstublieft een gedoogbeleid van”.
Harry Vale met Convenant in Den Bosch
Er is nu ook een commissie Nijpels. Wat verwacht u daarvan?
‘Nu is er inderdaad ook de hoop op de commissie Nijpels die, naar ik heb begrepen, de opdracht wat ruimer interpreteert en alle opties bekijkt. En wat je daar nu van moet verwachten… De hoop is er dat men inderdaad aan een milder gegeven komt. En dat het advies op zijn minst een 2-0-0 beleid zal zijn met een nieuwe categorie automaten voor de laagdrempelige inrichtingen bijvoorbeeld behendigheidsspelen met prijsjes.
Maar ook hopen we dat de uitspraak van Kosto die maximaal twee automaten in de natte horeca wil toestaan, vertaald gaat worden in minimaal twee. Dus dat die burgemeesters niet nog eens een keer gaan zeggen “maximaal twee, dus dan mag ik ook één zeggen”. Want deze denktrant is in grote mate aanwezig in Nederland’.
Denkt u dat de commissie Nijpels gehoor krijgt? De Tweede Kamer bleek het zo unaniem eens en vastbesloten te zijn.
‘Men stelt natuurlijk niet voor niets een commissie aan. Wanneer het probleem geen politieke beslissing blijft, want ik zie het nog steeds als een verkiezingsstunt hoor, maar rationeel benaderd wordt, dan geloof ik dat die commissie Nijpels een heel goed advies kan uitbrengen. Of het advies opgevolgd wordt, zal aan de nieuwe regering en de samenstelling van die regering liggen.
Het is om die reden dat het voor ons als automatenbedrijven, gigantisch van belang is om juist onze vertegenwoordiger in de commissie, Dirk Lindenbergh, op alle mogelijke manieren bijzonder te ondersteunen. Met een economisch model bijvoorbeeld; wat de gevolgen zijn als er een blackbox komt die vierhonderd gulden per jaar meer gaat in houden, wat de gevolgen zijn als de leges-gelden worden opgevoerd, wat de gevolgen zijn als er een extra bijdrage wordt verlangd voor de professionele instellingen, wat de gevolgen zijn van het nog extra afvlakken van de automaat. Want nu gaat men wéér over die afvlakking praten, bijvoorbeeld over de hoogte van het uurverlies!
Je weet niet waar je blijft. Waar ligt nou de grens dat de branche zegt “je zoekt het maar uit, we gaan onze eigen weg”? Ik heb begrepen dat we dit punt al bereikt hebben’.
Is het niet gevaarlijk om te zeggen “zoek het maar uit”?
‘Ach gevaarlijk… Het is de vraag of je je dat kunt permitteren. Maar als je op een gegeven moment onrecht aangedaan wordt, en daar is nu absoluut sprake van want we doen er echt alles aan om de risicogroepen jeugd en dwangmatige spelers te beschermen, dan kan ik me voorstellen dat je gedemotiveerd raakt en dat je een neiging krijgt tot burgerlijke ongehoorzaamheid. En dat hoeft niet alleen bij de automatenbranche te zijn, dat gebeurt bij elke burger of ondernemer als hij zich onrechtmatig behandeld voelt. Dan gaat hij uitwegen zoeken. Ik denk dat dat nu al heerst’.
Waaraan merkt u die neiging naar burgelijke ongehoorzaamheid?
‘Ik hoor het vooral aan mijn VABO-leden. Dat is echt een gedemotiveerd groepje op dit moment. En terecht, want je vecht voor iets, je levert een eerlijke strijd met eerlijke argumenten, met oprechte gedachten en je wordt geconfronteerd met een puur politieke beslissing. Dat kan niet. Daar maak ik me verschrikkelijk kwaad over, en ik niet alleen.
Kijk, de wet is niet voor niks tot stand gekomen in 1986. Er kwam een gedoogbeleid omdat een groot aantal collega’s, die vindingrijkheid was er nou eenmaal, illegaal ging werken. Als een groot aantal schippers zich onrecht voelt aangedaan omdat ze het niet eens zijn met de verdeling van de vrachten, gaan ze op alle mogelijke manieren acties ondernemen. Maar wat voor acties kunnen wij ondernemen? Wij moeten de illegaliteit maar induiken. Want ik ben er zeker van dat onze leden dadelijk niet meer in de hand te houden zijn’.
Krijgt u die signalen vanuit uw VABO-gebied?
“Die signalen zijn er zonder meer. Want daar waar nu 1-0- 0 of 2-0-0 is, staan de machines nog op vele plaatsen in de laagdrempelige horeca; ze weigeren ze gewoon op te halen. En dat is ook een soort illegaliteit. En kijk maar naar Utrecht. Wat is nu de reden dat ineens in de particuliere huizen illegale machines worden opgesteld? Mijn bescheiden mening is dat dat komt door de vergaande maatregel van 1-0-0. Men bewandelt daar nu gewoon andere wegen’.
Maar de geruchten rondom illegaliteit in Utrecht zijn toch nog niet hard gemaakt?
“Dat weet ik niet helemaal, moet ik eerlijk zeggen. Maar men praat toch over zo’n honderd tot tweehonderd apparaten geloof ik. De politie zegt dan dat het in de particuliere sfeer is en dus geen stappen kan ondernemen. Maar dit alles is wel een gevolg van die vergaande maatregelen. De casino’s zijn daar een voorbeeld van. Op het moment dat er casino’s in bepaalde steden worden toegelaten, kun je constateren dat er geen golden ten’s meer zijn. Dus met andere woorden is dit het omgekeerde bewijs dat de illegaliteit gaat heersen als er geen legale mogelijkheden zijn’.
Wat is dan de eigen weg die u in wilt slaan?
Ik vind dat het moment is aangebroken om ‘ het slechte imago dat we hebben te verbeteren en een nieuw gezicht naar buiten te stralen. Hier pleit ik allang voor en dat begint nu een beetje door te dringen. Dit jaar nog, en niet volgend jaar want dan zit je al in de problemen. Nu zijn de onderhandelingen van cruciaal belang, nu moeten we onze visie naar buiten brengen. Dat is mijn droom’.
U wilt dus de visie van de branche aan het Nederlands publiek proberen te verkopen?
‘Ja. Je hebt beleidmakers, je hebt gemeenten, politie, de Commissie Nijpels en je hebt burgers. Naar mijn smaak zijn die eerste vier groepen het belangrijkst om te benaderen en te laten weten hoe de branche denkt, hoe die branche reeds zijn risicoprodukt hanteert, zijn risicogroepen beschermt en waarom het niet wijs is om alle apparaten te verbieden in de droge horeca en al dat soort zaken.
Dat dient naar buiten gebracht te worden. Maar dat moet natuurlijk wel gericht gebeuren. Onze visie zou bijvoorbeeld in het blad van de VNG moeten komen. Zo’n duidelijk en eerlijk verhaal zou ook in het politieblad moeten komen maar ook in de Telegraaf zodat de mensen ons begrijpen en weten hoe wij erover denken’.
Communicatie deskundigen waarschuwen juist altijd dat mensen met vooroordelen hun vooroordelen versterkt zien in zulke gevallen. Bent u daar niet bang voor, want dan bereikt u het tegenovergestelde?
‘Nee, want je moet heel duidelijk vertellen dat je al vanaf 1989 met zelfregulerende maatregelen bezig bent en dat het gewoon aan de stelselmatige negatieve berichtgeving ligt dat dit item steeds als een taboe naar buiten komt. Dus als je zuiver en eerlijk vertelt dat je er mee bezig bent, ook aan mensen die vooroordelen hebben, dan denken ze “ja, die mensen zijn dus nog niet zo slecht bezig”.
Maar ook de leden van de Tweede Kamer zijn beïnvloed en dat zijn toch mensen die wel weten hoe en wat, maar bij geen enkele partij was veel sympathie voor het standpunt van de automaten- branche.
‘Kan wel zijn, maar de grote communicatiebureaus zeggen ook dat als je wat te vertellen hebt, moet je “ze” bombarderen met je verhaal en dat herhalen, herhalen en herhalen. Het moet een doelgericht verhaal zijn, een doelgerichte pr-campagne, gericht op de VNG en de politie en die eerder genoemde groepen. De deskundige pr-mensen moeten maar oordelen, in overleg met de automatenondernemers’.
Een imago campagne is dus het antwoord op de demotivatie die heerst?
‘Er ontstaat demotivatie bij die leden die iets meer verwachten en zien dat er op het moment weinig resultaten geboekt worden. Daarom groeit het initiatief om ons verhaal naar buiten te brengen. Eind mei hopen we van het hoofdbestuur te horen of ze inderdaad nú een campagne opstarten. Want als straks Nijpels een advies heeft uitgebracht, zit je ook wel verlegen om een imagoverbetering, maar we hebben het nu nodig zodat het tegelijkertijd ondersteunend kan werken.
Ook zal het bestuur deze zomer wellicht bekend maken dat de secties wat meer bevoegdheden krijgen en dat we, door de kortere lijnen die ontstaan, een alerter beleid kunnen voeren. Dat is hard nodig. Elke sectie heeft zijn eigen verantwoordelijkheden en die weten donders goed wat slecht en goed is voor hun belangen. Je moet niet de hele tijd af hoeven wachten wat er beslist wordt.
Dat duurt te lang allemaal. Dus ik pleit, en ik niet alleen, voor een interne ondersteuning van de werkgroep Nijpels, een verlenging van de overgangsperiode, betere communicatie tussen het bestuur en de leden én een campagne. Ja, dat zijn mijn wensen’.
Stukje uit Automaten Magazine Januari 2001
Harry Vale erelid
Aad Kobus feliciteerd Harry Vale met Ere Lidmaatschap van de VAN
Tijdens de algemene ledenvergadering van de VAN hoefde men er ’s middags niet lang over na te denken. Het door het bestuur gebrachte voorstel om Harry Vale tot erelid te maken kon unaniem op steun rekenen. En dus werd Vale daarmee het vijfde erelid van de VAN. Na Steef Rouvoet, Bertus van Dessel, Pierre de Jonge en Cees Wetsteijn. ’s Avonds bij het feestelijke gala werd Harry Vale in het zonnetje gezet en officieel tot erelid benoemd.
Stukje uit Automaten Magazine Januari 2001
Harry Vale: realistische bespiegelingen van een pionier
De VAN zou best wat meer actie kunnen ondernemen om te voorkomen dat de achterban achterover gaat leunen, nu de wet ‘binnen’ is. Je zult duidelijk moeten maken hoe je verder wilt. Is er een marketingplan? Dat moet doordacht en gefundeerd zijn, met een duidelijke visie. Da’s beter dan een reclameplan dat door een ad hoc besluit tot stand komt.’
Harry Vale is oud-bestuurder van de VAN. Sterker, hij was een van degenen die de aanzet gaven tot de oprichting van de branchevereniging. Een pionier die tijdens de laatste ledenvergadering ‘eindelijk’ benoemd werd tot erelid.
Harry Vale
Of ik verrast was? Ja toch wel, hoewel ik zo nu en dan weleens dacht: Ze vergeten me toch zeker niet?’ Want Harry Vale is een bekende naam binnen de branche. Jarenlang was hij actief voor de vereniging. Die tegelijkertijd een florerend bedrijf opzette en door liet groeien.
‘Wat ik altijd wilde was een groot bedrijf, maar dan wel compact. Dus dat je vooral in de wijde regio actief was.” Dat gebeurde ook. Van de jaren vijftig tot in de jaren negentig was Vale actief binnen de speelautomatenbranche. En nog steeds volgt hij de ontwikkelingen op de voet. En maakt hij zich nog weleens zorgen.
Drukker dan ooit
Het lijkt erop alsof de teruggetreden pionier het nog drukker heeft dan tijdens zijn. werkzame jaren. Een afspraak wil niet snel lukken. Uiteindelijk treffen we Harry Vale in het Eindhovens Hotel Dorinth, waar dan meer Spaans dan Nederlands wordt gesproken. Sporters, begeleiders, journalisten en anderen verblijven daar een paar dagen omdat hun landgenoten tennissen tegen de Nederlanders voor de Davis Cup.
Overigens heeft Vale ook zo zijn connecties met Spanje. ‘Ik heb daar nog een jaar gewerkt. Maar het lukte niet. Berooid en als een levend skelet kwam ik terug.’ Hij was daar werkzaam voor een evenementenbureau. Eerder had hij gewerkt bij Hotel Seinpost in Scheveningen waar hij snel promotie maakte.
Nog eerder werkte hij in het bedrijf van zijn vader in Bergen op Zoom. ‘Mijn vader deed van alles. Hij had een scheepswerf maar handelde ook in jukeboxen en flippers, had onroerend goed en horeca. Daar maakte de jonge Vale dus kennis met de automaten. Toch ging hij niet verder in het bedrijf van vader. ‘Nee, ik had andere ideeën over het runnen van een bedrijf en wilde sowieso eigen baas zijn.
Principes
Het begon heel bescheiden. Gewoon aan huis waren het kantoor en de werkplaats. Jukeboxen, flippers en later bingo’s. Harry Vale had het in die beginjaren niet zo op ‘gokautomaten’. “Tja, toch een principekwestie hoor. Nee, niet alleen de onzekere tijd voor de branche.
Oorspronkelijk was ik niet zo kapot van kansspelautomaten.” Maar dat veranderde. Ook bij Vale Automaten ging het goed met de speelautomaten, al verloochende Vale zijn principes niet. Ook later niet, toen het bedrijf groter werd. ‘Nee, ik heb altijd veel werk gemaakt van de leeftijdsgrens.
Achttien jaar voor de automaten in de horeca en 21 voor de hallen.’ Harry Vale liep daarmee voorop, wat hem door collega’s en mede-bestuurders niet altijd in dank werd afgenomen. ‘Nee, maar gaandeweg kreeg ik meer medestanders en werd het uiteindelijk beleid bij de VAN.
Harry Vale kwam onder andere tot zijn opmerkelijke opvattingen door letterlijk de spelers te volgen. ‘Dan zat ik bij een horeca-gelegenheid waar onze automaten stonden. Sprak ik met de café-eigenaar en bekeek hoe en door wie er gespeeld werd. Dat zei mij genoeg.
Strategische man
Voorzichtig of niet, ook Vale Automaten kreeg te maken met die rare jaren toestanden in de jaren vijftig, zestig en zeventig. De ene gemeente ‘kwam vrij zoals dat heet, en de andere ging opeens op slot. ‘We hebben vreemde dingen meegemaakt hoor. Ik had bijvoorbeeld een goed gesprek met de burgemeester van Budel. Ja hoor. we konden plaatsen. Een half jaar later konden we de boel weer weghalen.
Een wachtmeester van de politie vond het maar niets en had de burgemeester daarover bijgepraat. Harry Vale was bij de VAN de ‘strategische man’, wat ook bij zijn bedrijf zo was. ‘Ik was er altijd voor om een divers bedrijf te hebben. Daarom kwam ProSound erbij, de licht en geluidsafdeling.
Weer later kwamen de hallen. Je moet niet op één activiteit al je kaarten zetten, da’s te riskant. Toch leed het bedrijf niet echt onder de onzekere jaren van toen en de beperkingen van later. ‘Ja, heel de verslavingsdiscussie. Je merkte het natuurlijk.
Maar door flexibel te opereren konden we de schade behoorlijk in de hand houden. Tja, een aantal plannen dat we voor ogen hadden ging niet door. Jammer. maar je moet aan je bedrijf denken en realistisch zijn. En voor zijn bedrijf deed Vale alles.
Hij vroeg en kreeg daarbij de nodige loyaliteit van zijn werknemers in het snel groeiende bedrijf. Die werknemers zijn positief over ‘meneer Vale’. Al kon hij dan ook nog weleens streng zijn. ‘Dan kreeg je vreselijk op je donder, omdat het om het bedrijf ging’. zei één van zijn medewerkers eens.
Harry Vale, ernstig: ‘Dat klopt, ik was dan niet de gemakkelijkste hoor. Nee, echt spijt heb ik daar niet van. Je moest wel de zaak draaiende houden. En dan is discipline binnen je bedrijf van groot belang. Je stelt regels en criteria op, dat spreek je samen af. Als je daar overheen gaat moet daar tegen opgetreden worden.”
Regels en sancties
Dat was en is ook nodig bij de VAN vindt Vale. ‘Dat mag best wat harder. Stel duidelijke regels en criteria. En als men zich daar niet aan houdt, dan zijn sancties nodig, hoe vervelend dat soms ook is. Maar het gaat verdorie om onze branche, om al die bedrijven.
Ik heb echt het idee dat de achterban, en misschien ook wel de bestuurders het wel prima vinden zo. De nieuwe wet is binnen. Erg mooi ja, maar moet men dan achterover gaan leunen? Er komen nog hele zware tijden. Ik denk dat er vooral bij de horeca-exploitatie veel moet gebeuren. Kom eens met een goed plan. Dat mis ik bij de huidige bestuurders. Duidelijkheid. Criteria stellen voor de secties groothandel, exploitanten en centers.
‘De nieuwe wet is binnen. Erg mooi ja, maar er komen nog hele zware tijden.’
En houdt men zich er niet aan? Dan sancties. En daarbij gaat het erom dat we de zaak in de hand houden en de illegaliteit op elke manier tegen moeten houden.”
Praten en overleg
Harry Vale was, zoals gezegd, een van de oprichters van de VAN. ‘Mijn vader zei tegen Steef Rouvoet en mij: zorg nou voor een goede werkgeversorganisatie, da’s belangrijk. Zo kwam de VAN er. Nadat we andere, reeds bestaande verenigingen als de Music Corporation erbij haalden en hen op het belang van eenheid wezen.’
Harry Vale wilde geen voorzitter worden van de club, hij schoof Bertus van Dessel naar voren. ‘Die was het anders misschien ook wel geworden, maar ik zag in hem toen de ideale figuur. Eem prater, een gedreven man. Die hadden we toen nodig.’ Harry Vale bestuurde mee, werkte strategische plannen uit.
Hij was voor het overleg met overheden. ‘Dat heeft zijn vruchten afgeworpen. Ik ben altijd meteen gaan praten met de gemeenten. Daar heb ik onder andere die vergunningen voor drie hallen in Rotterdam aan te danken.”
De centra van Vale, onder de naam Amusement Activities, deden het goed. De preventiemaatregelen vielen op, de toelatingseis van 21 jaar eveneens. Al kreeg hij wel een anoniem telefoontje van een Rotterdamse exploitant. ‘Ik moest als Brabants boertje zijn stad uit. Ik heb dat heel serieus genomen hoor, maar weggejaagd worden lag niet in mijn aard.’
Creatief denken
De mechanische automaten, de elektronica, de komst van de computer. Harry Vale maakte het allemaal mee, en zijn bedrijf sprong er steeds goed in. ‘Creatief denken, flexibel zijn, steeds naar nieuwe dingen zoeken. Op het gebied van de spelletjes, maar ook anders.
Wij waren sterk in de acquisitie, dat zeiden de collega’s/concurrenten ook. ‘Hoe doet Vale Automaten dat’. Wij werkten bijvoorbeeld met leenmogelijkheden, bonussen. Tjonge, we verzonnen van alles.’ Zoals gezegd, het ging goed met het bedrijf. De exploitatie groeide, de centers draaiden als een tierelier. Al zag je er weinig groffe machines, geheel volgens het aloude principe van de baas.
‘Mijn werknemers zeiden weleens iets anders. Neem die snelle machine, dat is een topper. Weet je, ik heb misschien maar een stuk of tien Random Runners in huis gehad. Ik vond die te grof. Maar, hij gunde het de maker van die machine van harte. ‘Zeker weten. Als ik het iemand gunde was het Steef Rouvoet wel. Hij heeft er succes mee gehad. Prima.
Maar bij Amusement Activities voerden de ‘rustige’ machines de boventoon. En altijd was en is het er druk. ‘Ja, ook nu nog. Het gaat geweldig. En dat zegt Harry Vale met gepaste trots, want de centers deed hij over aan zijn kinderen die een en ander nu met veel succes doorzetten. De exploitatie ging naar het management van Vale. ‘Ik vond het mooi geweest.
Ik had alle vertrouwen in mijn eigen mensen. Zij hebben de zaak prima voortgezet totdat JVH het overnam. Bij dat bedrijf zeiden ze toen dat ze nu het grootste en meest succesvolle exploitatiebedrijf hadden overgenomen. Mooi toch? Overigens ging de andere poot van het bedrijf, Vale Import, naar Elam.
Geestelijke Gezondheidszorg
Mooi geweest, rustiger aan doen. Tijd voor andere dingen. Zo wordt dat meestal gezegd. Harry Vale was al eerder begonnen met iets geheel anders. Hij zette Ypsilon op, de landelijke vereniging voor verwanten van manisch-depressieve en schizofrene mensen.
Al achttien jaar zet hij zich er voor in. Lang als voorzitter, de laatste jaren als een adviseur. ‘En het gaat goed. Ik merk dat de mensen zich thuis voelen bij deze organisatie, dat het vooral ook goed is om met lotgenoten te praten. En daar blijft het niet bij. Vale is nu druk bezig om in Eindhoven een Geestelijke Gezondheidswinkel van de grond te krijgen.
‘Waar je alle relevante informatie kunt krijgen die nodig is. Maar daar is geld voor nodig. Ik ben nu hard op zoek naar sponsors.’ Druk dus. nog steeds. Het is duidelijk dat dat werk voor de Ypsilon-instelling van groot belang is voor Harry Vale.
Zware tijden
En nu kijkt Vale met enige zorg naar de branche. Vooral de horeca-exploitatie heeft zijn zorg. ‘Ik vraag me af hoe het verder moet. Ik denk dat je moet proberen de komst van de 14 punten machine optimaal uit te buiten. Doe er iets mee, kom met nieuwe ideeën.
In de aquisitiesfeer bijvoorbeeld. Maar ook de amusementscenters, ondertussen toch het paradepaardje van de VAN, moeten rekenen op zware tijden, denkt Vale. ‘Het ziet er allemaal prima uit en men werkt hard en creatief. Maar ik heb mijn zorgen.
Ik wil weleens weten of die meerspelers echt omzetverhogend zijn. Ja, je krijgt een ander publiek. een breder publiek en da’s erg goed. Maar dan? Ik ben erg benieuwd naar de cijfers, straks.’
Vale blijft betrokken bij de branche, zoveel is wel duidelijk. En bij zijn’ bedrijf en zijn mensen. Middels Tante Alida bijvoorbeeld. Onder die noemer, een niet bestaand ‘ver familielid dat een en ander zou bekostigen’, organiseert Vale jaarlijks een gezellig uitstapje voor een groot aantal oud- medewerkers. ‘Vind ik heerlijk. En dan gaan we echt uit he.
Ja, je hebt al die jaren met die mensen gewerkt. Samen gezocht naar oplossingen bij problemen, samen nieuwe dingen gemaakt. Dat schept een geweldige band en ik heb veel respect gekregen voor veel van mijn medewerkers. Maar het is wel zo dat het vooral gaat om de ouderen ja. Mensen die langer dan twintig jaar bij het bedrijf hebben gewerkt of daar nog werken.
Die betrokkenheid, die inzet. Die wil ik op deze manier in ere houden. En dat gaat erg goed. Van Harry Vale horen we hoogstwaarschijnlijk nog genoeg, ook al is hij dan niet meer letterlijk actief in de branche.
‘Ik heb mijn mening daarover en die geef ik. Dat geldt ook voor Automaten Magazine. Het zou goed zijn als daar wat kritisch werd geschreven, ook over onze eigen branche. Daar moet je als professionele vereniging als de VAN tegen kunnen, dat maakt je alleen maar sterker.’
Bronvermelding: Automaten Magazine April 1993 en Juni 1994, Januari en Maart 2001
De Telegraaf