Door onze website te bezoeken, stemt u in met ons gebruik van cookies.
Loontjens
Loontjens Biografie
Stukje uit Automaten Magazine Januari 1996
Derde generatie maakt zich sterk voor 100 jaar Loontjens
Het was 1920 toen Hector Alidor Loontjens in Goes een onderneming startte. Met een adres in de Langevorststraat, een werkplaats aan de Beestenmarkt, een handvol personeel en een handkar begon de van origine Belgische ondernemer “H. Loontjens Biljarthandel en Café Inventaris”.
Loontjes het begin
Er is niet veel bekend van de eerste vier jaren. De herinneringen gaan terug tot de jeugd van de oudste dochter van het gezin, Fieke Eshuis-Loontjens. Zij werd in 1926 geboren. Het bedrijf was inmiddels al twee jaar aan de Vlissingschestraat in Middelburg gevestigd.
Fieke kan zich maar weinig herinneren van wat beneden in de zaak gebeurde. Zij herinnert haar vader als een secuur vakman, die het schrijnwerkersvak beheerste als geen ander en bekend stond als een persoon die zeer bekwaam was in het reviseren van biljarts.
Er is zelfs een periode geweest dat hij ook zelf biljarts fabriceerde. Zo heeft hij destijds duchtig aan de weg getimmerd door onder eigen naam met de fabricage en handel in Russische biljarts te beginnen: een “Russisch potspel met sperklok”. Deze biljartvariant had als eerste biljart een muntinworp.
Dankzij de muntinworp had de cafébaas er geen belang meer bij om goed bij te houden wie had gewonnen en dus het rondje moest betalen. Zo had de kastelein toch wat inkomsten uit de plaatsing van een biljart. Dat geld kon hij goed gebruiken, want zo’n vetpot was het niet in de meeste zaken.
Was een laken versleten dan werd het gekeerd en kwam de wollige kant boven te liggen. Een biljart verkopen was in die dagen al helemaal een enorme opgave voor het bedrijf Loontjens.
De Dam
In 1931 verhuisde het gezin, uitgebreid met Stan en Isabella, naar een monumentaal pand aan de Dam: “De Grootte en de Kleine Christoffel”. Het gebouw, waar het bedrijf tot op de dag van vandaag is gehuisvest, dateert uit 1539, toen de Dam in Middelburg het centrum van handel en zeevaart was.
Fieke: ‘Ik weet nog dat mamma “Oh wat mooi” riep toen ze de tuin zag met heel veel bomen. “Ja, maar daar kunnen we niet van leven”, zei pappa toen. “Daar moet een werkplaats komen en een opslagplaats voor het hout”. Fieke herinnert zich haar vader als een volijverig, ook wel zuinige man, die altijd heel serieus met zijn vak bezig was.
Hij was een zeer actieve zakenman. Gehuld in een grijze jasschort, was hij van ’s morgens tot ’s avonds en ook op zondag altijd druk in de weer. Hij gunde zich nauwelijks de tijd om, hoewel hij gek was op zijn kinderen, met het gezin op zomerse dagen naar het Zoutelandse strand te gaan. Dan zat hij over de administratie gebogen.
Later werden de tijden zorgelijk. De economische crisisjaren begonnen parten te spelen en ook de gezondheidssituatie van Hector verslechterde. Op 20 mei 1938 stierf hij. Enkele maanden later werd Hector junior geboren en Emilie Loontjens-Van Opdorp zette zo goed en kwaad als het ging het bedrijf voort.
In de daarop volgende jaren zorgde de mobilisatie voor nieuwe commerciële impulsen. Fieke Loontjens spreekt met eerbied en ontzag over haar moeder, die met vier kinderen en zo’n groot huis, toch maar “de courage” heeft gehad om de met zoveel zorg opgebouwde zaak na het overlijden van haar man voort te zetten.
Een statige vrouw was ze, Emilie. “Ze was op en top een zakenvrouw, die ook erg veel humor had”.
Kort na de oorlog zette Stan, hij was toen zestien, het bedrijf voort. Fieke en Hector junior laten alle eer aan hun broer, die in korte broek aantredend de draad van het bedrijf oppakte en zo de onderneming heeft weten te redden.
Solex
Met een pak biljartlaken en gereedschap achterop de Solex ging Stan van café tot café, tot in Brabant toe. “Je maakte een praatje, keek wat er te verdienen was en je ging weer verder”.
Geleidelijk aan werkte Stan zich in de markt en begon hij onderweg ook caféstoelen en allerlei andere horecabenodigdheden te verkopen. De negen jaar jongere Hector volgde het voorbeeld van Stan een poos later. Pas in 1958 gaf Emilie het roer formeel uit handen.
Jukeboxen
De tijd van de jukeboxen brak aan en met meer dan gebruikelijke belangstelling werd de komst van de eerste, gebruikte Amerikaanse muziekapparaten in Nederland begroet. Voor de import en groothandel zorgden aanvankelijk ondernemingen in de grote steden.
Stan: ‘Maar wij zagen al snel dat het een gewild artikel was en dus handel moest zijn. Toen zijn we er met eentje begonnen en toen weer één en daarna nog eens een paar. De kennnis om stil gevallen apparaten weer aan de praat te krijgen zorgde in het begin voor veel hoofdbrekens.
Hector: “Ik zie ons nog in de showroom op de knieën zitten bij zo’n ding. Hier ’s aan pakken, daar ’s aan draaien. Maar dat ding vertikte het’. ‘Op een gegeven moment zijn we zo helemaal in de automaten verzeild geraakt, beginnend bij jukeboxen, gevolgd door flippperkasten en andere soorten speelautomaten’, vult Stan aan.
Automatenhal
Al rondkijkend wat er elders te koop was, kwamen de Loontjens in het begin van de jaren zestig op het idee een automatenhal te gaan exploiteren. De nieuwe formule, sportsituaties in de vorm van automaten nabootsen, sloeg aan en in de daarop volgende tien à vijftien jaar werden in verschillende dorpskernen en campings amusementshallen gevestigd.
Ondertussen verscheen ook langzaam maar zeker de fruitmachine op het toneel, die op een aantal plaatsen clandestien geëxploiteerd werden. “Af en toe werd er wel eens een in beslag genomen, maar dat stuk risico moest je op de koop toe nemen’, aldus Stan.
In de jaren ’70 groeide de markt voor speelautomaten pas goed en werd het een gewild artikel. In die tijd begonnen de Middelburgse broers op grote schaal fruitmachines uit Engeland te importeren op initiatief van vriend en collega, Steef Rouvoet.
Rond biljart
V.l.n.r. Hector, Jac. Rasenberg, Stan. Directeuren Hector en Stan die het bedrijf van hun vader uitbouwde tot een gerenomeerde onderneming.
In 1964 gingen Stan en Hector even terug naar hun roots. Net als hun vader, die de “Russische potbiljarten” maakte, brachten Stan en Hector een eigen biljart op de markt. Dat biljart was nogal opzienbarend. Het was namelijk…. rond.
Op het moment dat de nieuwe vinding gepresenteerd werd, tijdens de Horecava in de RAI, was het nog zo nieuw dat de gebroeders geen uitleg kunnen verschaffen over de spelregels. Stan moet er nog om lachen. ‘Ach, het was maar een spelletje. Het is weer eens wat anders, wat nieuws, iets origineels. En daar hebben we bij Loontjens altijd nogal van gehouden’.
In de jaren ’70 en ’80 vonden geen ontwikkelingen van betekenis plaats in de biljartsector tot het moment dat het snookerspel opgang begon te maken. Door op grote schaal exploitatie van snookerbiljarts ter hand te nemen, werd een geweldige doorbraak bereikt. In een korte tijd had de onderneming landelijk een belangrijk deel van de markt in handen.
Derde generatie
Onder leiding van Stan en Hector is het bedrijf uitgegroeid tot een flinke onderneming. De bedrijfsactiviteiten zijn ondergebracht onder verschillende bv’s: Loontjens Automaten bv, Holland Snooker bv en Lovago Middelburg bv. Elf amusementscentra, waaronder één in België, hebben de broers opgezet. Het bedrijf biedt vandaag de dag werkgelegenheid aan zo’n honderd medewerkers.
De derde generatie Loontjens is intussen aangetreden. De vijf zonen van Stan Loontjens hebben allen, na stapsgewijs te zijn ingewerkt, een eigen taak in het bedrijf. De oudste kleinzoon van Hector sr., Alexander, is algemeen directeur.
Aanvankelijk had hij een andere levensroute uitgestippeld. Hij was afgestudeerd als ingenieur meet- en regeltechniek, maar werd door zijn vader gevraagd om zich voor een maand of wat in de wetgevingsproblematiek te verdiepen. Daar is het dus niet bepaald bij gebleven.
De tweede zoon. Eric, is nog maar enkele jaren aan het bedrijf verbonden. Hij heeft zes jaar als management-adviseur gewerkt, voordat hij naar Middelburg terugkeerde. Eric houdt zich vooral bezig met produktontwikkeling en ondernemingsfinanciën.
Ernest, de derde in de rij, heeft in eerste instantie als vertegenwoordiger praktische ervaring opgedaan. en coördineert nu tevens de kasstroom binnen de onderneming.
Nummer vier, Marcel, heeft binnen het bedrijf de grootste commerciële kennis van zaken op het vlak van de speelautomaten. Hij is verantwoordelijk voor de inkoop van automaten, voor het personeelsbeleid en voor het management van de speelautomatenhallen.
Rudy tenslotte is de enige van de Loontjens die de biljartkunst machtig is en van zijn hobby tevens zijn werk heeft gemaakt. Hij is de specialist op het vlak van biljarts en biljartartikelen en voor de commerciële ontwikkeling daarvan.
Traditie
Stan en Hector doen het tegenwoordig wat rustiger aan, al drukken zij zeker nog een stempel op het reilen en zeilen van het bedrijf. De jonge generatie bestempelt Stan Loontjens als één van de grote innovatoren van het bedrijf.
Voortdurend droeg en draagt hij nieuwe produkten en ideeën aan. Het amusementscentrum Carrousel in Vlissingen is in zijn verschijning, geesteskind van Stan. Zijn zonen noemen hem een koopman in hart en ziel, een persoon die wars is van gewichtigheid, iemand die door zijn opstelling gemakkelijk contacten maakt.
Oom Hector was en is steeds een even enthousiaste mede-ondernemer, die vooral lette op de praktische uitvoerbaarheid van de bedachte plannen. ‘Waar vader improviseerde organiseerde hij’, geeft Alexander weer.
Verder wordt Hector geprezen om zijn kwaliteiten op het gebied van het opbouwen en onderhouden van de contacten met klanten en om de voortrekkersrol die hij als geen ander vervult bij het scheppen van de juiste sfeer.
‘We zijn ons er heel sterk van bewust dat het bedrijf het resultaat is van de verdiensten van Stan en Hector’, vertelt Alexander. ‘Zij hebben de onderneming opgebouwd tot haar huidige gedaante en grootte’. De energie, het succes en de persoonlijke stijl van zowel Stan als Hector strekken de jongeren dan ook duidelijk tot voorbeeld en inspiratie.
“Traditie schept verplichtingen’, verklaart Alexander. Met vertrouwen treden de Loontjens dan ook de toekomst tegemoet. Een ander tijdperk met weer nieuwe nieuwe uitdagingen staat voor de deur. De jonge generatie maakt zich er sterk voor. Al was het alleen maar om over een kwart eeuw het predikaat “koninklijk” aan de bedrijfsnaam te mogen toevoegen. ‘Tenminste’, zo zegt Alexander, ‘als het zijne Koninklijke Hoogheid behaagt.
Bronvermelding: Automaten Magazine Januari 1996