Door onze website te bezoeken, stemt u in met ons gebruik van cookies.
Mario Singels
Mario Singels met 2 Gokhallen in Amsterdam
Stukje uit Magazine december 1992
Sfeer en goede ambiance in Gambling House
Gambling House Amsterdam
“Als er in de media weer gesproken wordt over zaken als gokverslaving of ons imago, dan schrik ik toch steeds weer even. Maar zo’n schrikreactie, die je bij veel collega’s in de branche tegenkomt is op zich niet verkeerd. Daaruit blijkt dat we wel degelijk betrokken zijn bij de ontwikkelingen. Dat we niet ingedeeld willen worden bij louche figuren. We zijn een gewone normale branche”. Dat zegt Mario Singels, eigenaar-directeur van twee amusementshallen in Amsterdam. We spraken met hem naar aanleiding van de verbouwing en verhuizing van één van de hallen, die in de Ferdinand Bolstraat. Het imago kwam ter sprake toen Singels vertelde over de reacties van de buren. “Toen we pas begonnen was er wat argwaan. Toen we verhuisden, nota bene naar het pand ernaast, vond men het jammer dat we weg gingen. Dat zegt toch genoeg, lijkt me”.
Mario Singels
“Het is er gezellig druk in de hal van Mario Singels. In de Gambling House staan 34 kansspelautomaten opgesteld die druk bezet zijn. Ook de hal in de Jan Evertsenstraat, waar dertig automaten staan, draait naar volle tevredenheid. Men voelt zich blijkbaar prima thuis in de hallen van Singels. Er valt dan ook niet te klagen over de sfeer en de ambiance in Gambling House. Een kleine hal, maar wel beantwoordend aan de eisen die er tegenwoordig worden gesteld aan de moderne hal. Mario Singels: “Ik had graag wat meer veelzijdigheid in het spelaanbod gezien, zoals dit in het vorige Automaten Magazine ook door Leo Heino en de heer Veltmeijer naar voren werd gebracht. De diverse spelletjes lijken allemaal nogal op elkaar”.
Textiel
Mario Singels is directeur van de Mario Patrick Exploitatie Maatschappij bv. waaronder de twee hallen vallen. Maar de zaken runt hij samen met zijn vader en zijn broer. “Mijn vader begon zo’n vijftien jaar geleden met een halletje aan de Nieuwendijk. Daarvoor zat hij jaren in de textielbranche. Hij had een kledingzaak, een boetiek. Daarmee was hij één van de eersten in Amsterdam. Maar gaandeweg groeide de concurrentie en samen met een compagnon is hij voorzichtig begonnen met iets nieuws, een halletje dus. Dat sloeg wonderwel goed aan en zo groeide het verder. Er kwam een tweede hal bij en ondertussen zijn we verder uit ons jasje gegroeid”. Men verhuisde dus, maar eigenlijk zit men nu al weer behoorlijk krap. “Ja, de rek lijkt er uit. Je ziet hoe druk het hier is, we zouden best meer ruimte en meer automaten willen hebben. Maar uitbreiden is zo goed als uitgesloten. Dat kan gewoon niet in deze buurt”. Vader Singels gaat het wat rustiger aandoen maar alle belangrijke beslissingen worden door de drie gezamenlijk genomen, zegt Mario Singels.
Goede verhoudingen
Ook al kan er niet verder worden uitgebreid, de verhoudingen met gemeente en deelraad zijn zeker niet slecht. “Integendeel, toen we gingen verhuizen van het ene pand naar het huis ernaast was de vergunning zo binnen. De deelraad heeft een positief advies uitgebracht aan de gemeente. Ons imago is goed, we hebben een prima reputatie”. Van de beperkingen die over enige tijd in Amsterdam van start gaan merkt Singels dus niet veel. “De hallen blijven buiten schot. Althans, er mogen geen nieuwe bij komen. Voor ons is dat niet verkeerd uiteraard, we zijn de enige in de buurt”.
De manier waarop men met medewerkers, publiek maar ook met de buurt omgaat zijn daar mede debet aan, meent Singels. “We kennen geen verloop in ons personeel. De meeste van de twaalf medewerkers werkten al hier toen we nog in de textiel zaten. Het publiek voelt zich thuis en met de buurt hebben we uitstekende contacten”.
Imago
Het komt het imago van de onderneming en van de branche ten goede. Zeker nu het er in de nieuwe hal wat sfeervoller is gaan uitzien. “Toen we nog in het pand hiernaast zaten was het allemaal wat donkerder. De hal oude stijl. Nu is het ruimer, lichter. Geheel in overeenstemming met het streven van de VAN, waar we achter staan”. De activiteiten van de Sectie Hallen worden door Singels ondersteund. De branche en vooral de hal moeten toegankelijker en opener worden. Verder moet de leeftijdsgrens goed in acht worden genomen.
Toch doet men niet mee met de inmiddels bekende Jellinek cursussen. “Nee, ik onderschrijf weliswaar de activiteiten van de SPAH, maar onze mensen werken al zo lang in de hal, die weten waar ze mee bezig zijn. En die treden op als er problemen zijn met spelers die zichzelf niet in de hand hebben. Wanneer de normen van het Amusementscenter-certificaat, dat binnenkort ingesteld zal worden dit zal verplichten, dan zullen we hier zeker alsnog aan deelnemen”.
Het feit dat er geen behendigheidsmachines staan maakt het bovendien gemakkelijker om te controleren op die leeftijd, meent Singels. “Dat er geen behendigheid in onze zaak staat heeft ook te maken met de rendabiliteit”, geeft Singels toe. “Maar ook de ruimte maakt het bijna onmogelijk en ik denk echt dat de verleiding voor jongeren om op kansspelautomaten te spelen groter is als we een aantal behendigheidsmachines hier hadden staan”.
Andere activiteiten
De nieuwe hal is er met zijn betere faciliteiten op vooruit gegaan. De fraaie inrichting, het sanitair, een rookafzuiginstallatie, een betere kassa voor het personeel etc. De verdere mogelijkheden tot uitbrei- ding zijn nu echter beperkt. “Al blijven we hier wel altijd naar op zoek”, aldus Mario Singels. “Inmiddels zijn we gestart met andere activiteiten. Onder andere in de audiotextbranche, waarvan ook de bekende 06- lijnen een onderdeel zijn. We maken hier gebruik van telefoonlijnen, teletekst en geavanceerde computerapparatuur om informatie via het telefoonnet door te geven. De mogelijkheden bestaan al om op deze manier het publiek kans- en behendigheidsspelletjes compleet met beelden te laten spelen. We kijken hier natuurlijk ook naar, maar de prioriteit ligt daar niet.
Stukje uit Magazine Maart 1994
Tweede (kleine) Gambling House krijgt certificaat
Officieel is het certificaat nog niet overhandigd maar in de pas verbouwde zaak van Mario Singels, prijkt toch al een exemplaar aan de muur. ‘Ik had er toch nog een over van de andere zaak, die heb ik vast maar opgehangen’. Vorige maand kwam Singels, eigenaar van Gambling House, in aanmerking voor een kwaliteitscertificaat. Hiermee leverde hij het bewijs dat ook de kleine hallen zeker kunnen voldoen aan de eisen die aan het certificaat verbonden zijn. ‘Waar een wil is, is een weg’, vindt de Amsterdamse exploitant.
Singels heeft de kleine ruimte aan de Jan Evertslaan speciaal verbouwd om in aanmerking te komen voor een certificaat. ‘We hebben dit gedaan om een certificaat te kunnen aanvragen, dat is iets om trots op te zijn’, vertelt hij. Het leverde hem weinig moeite om in aanmerking te komen voor het “formuliertje”. ‘De beoordeling die ik heb gekregen was heel erg goed. Een vijf is de hoogste beoordeling die je kunt krijgen en we hadden bijna allemaal vijven’, aldus de Amsterdammer. ‘Het was ook de bedoeling om een mooie amusementshal te maken en geen donkere hal’.
Het smalle pand ziet er inderdaad fraai uit. De 30 speelautomaten die er staan, zijn opgesteld tegen de lichtpaarse muren, in het midden is een receptie/kassa geplaatst. De lichtjes in het plafond en de kleurige vloer verlichten de ruimte mooi. Ook de ingang ziet er heel verzorgd uit. Singels vertelt over de transformatie. ‘Het interieur is helemaal vernieuwd. Zo hebben we allerlei voorzieningen aangebracht om voor de buurt het geluidsoverlast te beperken en er is een veel beter airconditioning systeem aangebracht.
We hebben nu ook veel minder last van sigaretterook’, legt hij uit, terwijl hier en daar de munten uit de automaten rollen. ‘Verder is de keuken erop vooruit gegaan en is het sanitair verbeterd omdat we het dames en herentoilet hebben gescheiden. Ook de vloer is makkelijker schoon te houden tegenover de tegelvloer die er eerst lag. Verder is de kassa ruimer geworden en we hebben een computersysteem aangebracht dat in contact staat met alle automaten’. Dit is volgens Singels niet alleen prettig voor hem ‘zo kan ik zien of er aan de kasten wordt gerommeld’, maar het werkt ook in het voordeel van de klant.
Singels: ‘Soms geeft zo’n machine een knaak te weinig en dan zien we dat’. Ook heeft hij zijn personeelsstaf, die uit 12 personen bestaat, een cursus laten volgen. Zijn medewerkers reageerden volgens Singels enthousiast op de opleiding. ‘Ze zei- den er wat van op te steken’, vertelt hij.
‘Iedereen vond het een hele leuke cursus, ze vonden dat ze er wat van opgestoken hadden. Maar als ik ze achteraf moet beoordelen, dan heb ik mijn twijfels. Dat blijft heel moeilijk’, meent Singels.
Moeilijk
Het was niet eenvoudig voor de jonge ondernemer om een vergunning te krijgen voor de verbouwing, die totaal drie maanden in beslag nam. ‘Het was zelfs erg moeilijk’, legt hij uit. Een jaar of zeven geleden vatte hij het plan al op om te verbouwen maar hij wilde liever niet sluiten. ‘Toen kwam het pand hiernaast vrij. Ik mocht me daar niet permanent vestigen van de deelraad, maar ik kreeg wel toestemming de ruimte tijdens de verbouwing in gebruik nemen. Daar heb ik alle medewerking voor gekregen’, vertelt Singels. ‘Ook heb ik nog gepraat met de wethouder. Ik moest uitleggen dat we niet zomaar een gokhalletje wilden bouwen, maar dat het moet iets leuks gaan worden’, vervolgt hij. ‘Vanaf dat moment zijn ze ons gaan helpen en hebben we dit met heel weinig middelen opgeknapt’.
Groei
Naar schatting brengen tus- sen 100 en 150 mensen per dag een bezoekje aan Gambling House. Singels merkt dat dit aan- tal hoger ligt dan voor de verbouwing. ‘Dat had ik van te voren niet verwacht en het was ook niet de reden van verbouwing’, voegt hij er snel aan toe. Naar de precieze reden van deze verbetering kan hij alleen maar gissen. ‘Het is heel moeilijk aan te tonen of de groei te danken is aan de verbouwing. ‘Als je al in een groeimarkt zit dan denk je dat het wel door die groei zal komen’, legt hij uit. ‘Daarbij komt nog dat we ook een andere activiteit hebben ondernomen om meer klanten aan te trekken. We zijn name- lijk gaan adverteren bij de regionale omroep hier’. Maar diep in zijn hart vermoedt Singels wel dat het de verbouwing is die de extra bezoekers trekt. ‘De omzet is flink gestegen tot afgelopen jaar, toen is deze gestagneerd en ik zie nu toch nog bij deze vestiging wel weer een stijging’.
De locatie, een typisch Amsterdamse volks- buurt, vindt Singels heel geschikt. ‘We zaten eerst met onze hallen in het centrum’, zegt hij. ‘Het was daar beetje een slecht stuk. ’s Avonds was het erg donker en verlaten. Onze andere hal, die in een vergelijkbare buurt zit, liep goed. Toen hebben we besloten deze zaak ook in een volksbuurt te vestigen’. Achteraf bleek dat een goede beslissing te zijn. ‘Amsterdam-west stond eerst wel erg slecht bekend, er waren in het verleden problemen met allochtonen. Maar sinds de gemeente vorig jaar het beleid hier veranderd en grondig aangepakt heeft, is het heel goed’.
Twijfel
Ondanks het feit dat Singels nu voor zijn tweede hal ook een certificaat krijgt, is hij toch ook licht teleurgesteld. Door middel van een certificaat wilde Singels een bevestiging zien van het feit dat hij een mooie hal bezit. Nu hij constateert dat hallen “oude stijl” ook makkelijk aan de kwaliteitseisen kunnen voldoen, twijfelt hij een beetje aan het nut van de certificaten.
Als je bij wijze van spreken je huisregels aan de muur hangt en het personeel naar een cursus stuurt, krijg je al een certificaat’, vertelt Singels licht verbolgen. ‘De regels zijn te soepel’, vindt hij. ‘In het begin was het natuurlijk de bedoeling dat zoveel mogelijk hallen zich zouden aansluiten, maar anderen voldoen in mijn ogen niet aan de eisen in die zin dat ze niet meewerken aan de upgrading van het image van de hallen’. Dat kleine hallen een aanpassing bouwtechnisch niet voor elkaar kunnen krijgen, vindt Singels geen excuus. ‘Als de ruimte te klein is dan zet je er maar een kast minder in’, zegt hij laconiek. Hij is het dan ook niet eens met het feit dat exploitanten op sommige punten ontheffing kunnen krijgen.
Volgens Singels moet er veel meer nadruk liggen op de beoordeling van het interieur. Hij vindt dat er meer naar gekeken moet worden of het er leuk uit ziet en of het de laatste tien jaar verbouwd is. ‘Als zo’n winkel er heel mooi uitziet dan ziet men dat ook van buitenaf. Ik ken van die donkere hallen waar het personeel wel een opleiding gedaan heeft en er een huisreglement aan de muur hangt, maar als je er langs loopt dan denk je nog steeds dat is een duistere zaak!’.
Bronvermelding Automaten Magazine December 1992 en Maart 1994