Paul Niezing
Biografie Paul Niezing
Stukje uit Automaten Magazine Oktober 2001
Paul Niezing pleit voor meer samenwerking
Paul Niezing Automaten is een eenmanszaak in de letterlijke zin van het woord. Het uitzetten van de amusementsautomaten, het repareren en het onderhoud en ook de afrekeningen, het wordt allemaal door hemzelf gedaan. ‘Groot voordeel is dat ik al mijn klanten persoonlijk ken en die contacten zijn prima. Een gesprek met deze Delftse ondernemer over zijn bedrijf, de branche en het internet. En: waarom de kritiek van collega exploitanten op de VAN onterecht is.
‘Ziehier het onderkomen van een kleine exploitant,’ zegt Paul Niezing als Automaten Magazine zijn bedrijf bezoekt. In de mooie binnenstad van Delft heeft hij een ruimte betrokken in een bedrijfsverzamelgebouw. Daar vinden we een klein kantoor en een werkplaats. Het is niet groot, maar ik heb hier alles wat ik nodig heb’, verklaart Paul Niezing.
Paul Niezing bij zijn Flipperkasten
Op de fiets
Hij studeerde nog civiele techniek toen hij al druk in de weer was met automaten. ‘Ik was gecharmeerd van flipperautomaten. Later begon ik ze te verhuren. In 1985 begon ik met de exploitatie van andere automaten, ook kansspel.’
In dat jaar besloot Paul Niezing ook de stap te maken naar het zelfstandig bestaan in de speelautomatenbranche. ‘Voor civiele ingenieurs was het een slechte arbeidsmarkt. Daar kwam bij dat ik toch liever als eigen baas wilde werken. Toen was de keuze snel gemaakt om door te gaan met wat in eerste instantie mijn hobby was.
Maar ook in de speelautomatenbranche ging het in eerste instantie niet zo heel snel. ‘De markt was behoorlijk verzadigd, dan moet je daar maar tussen zien te komen. Ik had het geluk dat ik met mijn flippers nogal wat adressen had. In het studentenmilieu bijvoorbeeld. Sociëteiten en zo.
Andere exploitanten lieten die adressen vaak liggen omdat het ze teveel tijd aan reparaties zou kosten. Dat vond ik niet erg en zo begon langzaam maar zeker de groei. En ach, als je het inkomen van een student gewend bent, ben je daarna al snel tevreden hoor.
En zo fietste Paul Niezing. ja letterlijk fietsend, de stad door, op zoek naar nieuwe opstelplaatsen. ‘Op de fiets gaat het het beste in deze stad. Langzaam maar zeker groeide het aantal locaties waar Niezing zijn automaten stalde.
Delft voerde een gedoogbeleid voor de natte horeca, een 1-0-0 beleid. Maar toen de wet van 1986 van kracht ging werd het 2-2-0. Omdat ik al heel wat flippers of video’s had uitstaan kende ik de klanten en kon ik aan de vraag naar kansspelautomaten voldoen.
Niezing haalde als maximum aantal zo’n zestig automaten.
Paul Niezing in Delft
Mid-life crisis
Maar ook voor Paul Niezing kwamen mindere tijden. De discussies rond de gokverslaving en het imago van de branche werden dagelijkse kost in de media. Delft ging terug naar een 2-0-0 beleid, er kwam geen convenant. ‘Ik heb zeker de helft van mijn automaten weg moeten halen, dat komt hard aan. Ik geloof dat ik toen even in mijn mid- life crisis verzeilde.
Maar zijn bedrijf bleef over eind. ‘De andere klanten bleven gewoon, bovendien had ik geen personeel, dus mijn kosten waren laag. Maar goed, je gaat dan weer investeren in nieuwe, onbekende machines.
Mijn bedrijf bestond toen voor tweederde uit behendigheid. Inmiddels is dat fifty-fifty. Maar ik denk dat ik de zaken goed aanpakte. Je kunt al een eind komen als je zorgt voor preventief onderhoud. Dan heb je minder storingen.
Niezing kwam de tegenslag rond die beperkende maatregelen dus te boven. Inmiddels gaan de zaken weer prima, al betreurt hij het dat zijn geliefde flipper steeds minder populair is. ‘Ik heb er nog maar tien uitstaan. Maar ik doe ze niet weg hoor, je weet nooit wat er over een paar jaar weer gaat veranderen. Bovendien ontstaat er een markt voor tweedehands flippers. Mensen vinden het leuk om zo’n ding thuis te hebben staan.
Informele contacten
De verhoudingen met de gemeente zijn inmiddels goed. De huidige burgemeester is veel reëler dan de vorige. De tijdgeest zal daar ook wel mee te maken hebben. Maar men zit natuurlijk wel vast aan de wetgeving. lets wat maar een beetje op een droge horecagelegenheid lijkt krijgt geen kansspelautomaat.
Die veel te enge interpretatie van de wet hebben we hier niet. Goede contacten met de overheden, met de mensen van de horeca, maar ook met de collega-exploitanten. ‘Ik pleit altijd voor meer informele contacten. Als het kan moet je samenwerken. Ikzelf doe dat met twee andere, grotere collega-exploitanten, in de regio.
We hebben een storingsdienst. ’s Avonds en in het weekend nemen we elkaars adressen waar. We hebben wel een goede verdeelsleutel gemaakt. Ik neem om de vijf weken waar, de andere zijn groter en doen dat dus wat meer.
Aan het einde van het jaar wordt alles tegen elkaar weggestreept. Dat gaat prima. Ach, ik ben al tevreden als ik twee weken op vakantie kan. De samenwerking, sinds vijf jaar met z’n drieën en al tien jaar met tweeën. bevalt goed.
Paul Niezing kan het anderen aanbevelen. Maar men is vaak te wantrouwend jegens elkaar. Natuurlijk moet je elkaar goed kennen en het moet klikken. Maar dan gaat het ook goed.”
Zoals ook het contact met de horeca goed is. Maar ook Niezing kent het ‘probleem van het gebrek aan kennis bij de horeca-mensen. “Vaak moet ik ze uitleggen hoe dat zit met de wetgeving. Van hun eigen branche-organisatie horen ze dat nauwelijks. Als ze er lid van zijn trouwens.
Paul Niezing achter PC
Onterechte kritiek
Al snel toen Paul Niezing in de branche ging werken, werd hij lid van de VAN en werd hij ook actief op regionaal bestuursniveau. Ik denk en werk graag mee over en aan het beleid. Het hoofdbestuur doet het goed, vindt hij. ‘Wat we hebben bereikt met die nieuwe wet is toch prima? Wat was het alternatief? Een X-0-0 beleid. Dan ben je nog verder van huis.
Ja, ik hoor die kritiek van collega-exploitanten ook wel. Dat de branche er slecht vanaf gekomen is. Vind ik dus niet. Ja natuurlijk, voor de amusementscentra pakt het goed uit. Maar de exploitanten mogen ook tevreden zijn.
Ik kan het trouwens niet goed hebben als men alleen maar kritiek levert, zeker op de algemene ledenvergadering. Ik vind dat te gemakkelijk. Kom dan eens een keer naar de regiovergaderingen, zeg ik dan. Kom met je kritiek, zeg hoe het anders en beter zou kunnen. Maar dat gebeurt dus niet, dat vind ik jammer.”
Niet dat hij overal achter staat van wat de VAN doet. ‘Ik zou willen dat er bepaalde dingen gebeurden. Ik denk dan aan het organiseren van cursussen. Over onderhandelingstechnieken bijvoorbeeld. Ikzelf heb daar veel van opgestoken. Of een cursus computerkunde. Gewoon de basisbeginselen.
Er zijn collega’s die al moeite hebben met het ver zenden van een email. Laten we daar eens iets aan gaan doen. Ik denk ook aan cursussen op het gebied van juridische en fiscale zaken. Het lidmaatschap van de VAN moet een meerwaarde hebben. Neem die mensen die pro-deo bij de overheid de zaken voor ons regelen. Daar profiteren we allemaal van, maar dus ook de niet-leden.
De leden zouden zich moeten kunnen onderscheiden van niet-leden. Dat kan bijvoorbeeld door het geven van bepaalde cursussen. Ik stel dat ook wel voor en dan wordt het wel meegenomen. Maar de VAN, zeker de Sectie Exploitanten, is altijd druk met de problemen van het moment. Goed idee, zeggen ze dan, maar we moeten eerst dit of dat afwerken. Ik begrijp het wel hoor, maar we zouden het toch eens moeten proberen.’
Verder heeft Niezing vooral veel waardering voor de actieve mensen binnen de VAN. ‘Die doen dat dus wel op vrijwillige basis hè, allemaal pro-deo. En daar gaat wat tijd inzitten hoor. Ikzelf ben een dag of drie in de maand kwijt aan de VAN en dat is dan ‘maar’ regionaal werk. Nee, ik denk dat het geven van kritiek wat al te gemakkelijk is.’
Internet als toekomst
Straks komt de euro en de nieuwe Nijpels-machine. Men is druk bezig met de voorbereidingen. Maar hoe het straks zal gaan weet niemand. Paul Niezing: ‘het is koffiedik kijken. Het succes van een automaat kun je pas meten als ie een tijdje in de markt staat. En nu weten we niets, we kunnen niet testen. Het wordt een grote gok.
Toch ziet Niezing het niet al te somber in. ‘Ik kan er alleen nog niets concreets over zeggen, dat kan niemand. Ook al zien die Nijpels-machines er mooi uit, dat zegt mij niets. De mooiste machines kunnen floppen en de lelijkste kunnen een topper worden.
Op een ander vlak ziet Niezing al wel mogelijkheden: het internet. ‘Ik doe ook mee aan de Plaza, samen met elf andere exploitanten gaan we een kiosk beheren. Ieder brengt zijn eigen expertise mee. De ene is goed thuis in het commerciële, de ander in het technische en een derde op het financiële vlak.
De kosten dragen we samen, de opbrengsten delen we samen. Da’s alles wat we zeker weten, de rest moet nog komen, maar ik zie het wel zitten. Wat ik ervan verwacht? Ik denk dat de hele grote jongens flink gaan investeren en met mooie sites komen die heel succesvol zullen zijn. Dan zullen er nog een paar kleineren zijn die het van hun inventiviteit moeten hebben en ook succesvol zullen zijn.
Zij zullen op de nieuwste trends inspringen. Ik denk dat er straks een stuk of zes kiosken zullen overblijven, de rest zal afvallen. Ook hier wijst Niezing weer op het nut van samenwerking tussen exploitanten. ‘We zouden eens wat minder afwachtend moeten zijn en meer naar elkaar moeten luisteren en met elkaar praten.
Dan zie je dat jouw collega met dezelfde vragen en problemen zit. Ik denk dat je er alleen maar beter van wordt door samen te werken. En je stelt je wat weerbaarder op tegen de groten.’ Wat Paul Niezing tot slot doet verklaren dat hij gewoon als eenmanszaak zal blijven opereren. Samenwerking ja, maar het bedrijf blijft zelfstandig. Ik ben wel van plan nog een tijdje op mijn manier door te gaan.’
Stukje uit Algemeen Dagblad 06-11-2017
Niezing blijft flipperkoning
Flipperen maakt een comeback. Mede dankzij Delftenaar Paul Niezing bleef de flipperkast ondanks videospelletjes, gamen en Netflix altijd bestaan.
Paul Niezing Foto: Nico Schouten
Paul Niezing (59), exploitant van amusementsautomaten, kwam als 18-jarige student civiele techniek naar Delft. Op de middelbare school in Maarn was het niet allemaal even soepel gegaan. Met regelmaat moest zijn vader, een hoogleraar in de polemologie (de studie van conflicten), naar school komen omdat zijn zoon een akkefietje had met een docent.
Na zijn eindexamen lonkte in Delft de vrijheid en een interessante studie. Dat Niezing er twaalf jaar over deed om uiteindelijk als ingenieur af te studeren had niet te maken met een gebrek aan interesse voor de civiele techniek, maar met het flipperen. ,,Ik werd lid van studentenvereniging Wolbodo met een sociëteit aan de Verwersdijk waar een flipperkast stond”, herinnert Niezing zich.
Hij had zich meteen aangetrokken gevoeld tot de kast waar hij menig uurtje én menig kwartje aan besteedde.
Voor niet ingewijden lijkt flipperen eerder een kwestie van geluk dan van behendigheid. Maar dat is, volgens Niezing, een misverstand. ,,De beweging van de zilveren bal over het speelveld is onderhevig aan natuurkundige wetten. Daar moet je, in combinatie met gevoel voor timing, gebruik van zien te maken.
De manier waarop de starthendel wordt gebruikt om de bal het spel in te schieten en de wijze waarop de flippers worden bediend, bepalen de afloop van het spel. Als je daar goed in was, kon je heel ver komen met een enkel kwartje.”
Toen Niezing een kleine kranten-advertentie zag waarin een particulier zijn flipperkast voor 150 gulden te koop aanbood, leende hij een stationwagen en gereedschap om de flipperkast van de Papsouwselaan op te halen en in de kelder van zijn studentenhuis aan de Van der Lelystraat te plaatsen.
Eerste Flipperkast
Het was zijn eerste flipperkast van velen. Want één flipperkast om op te spelen, was al snel niet genoeg meer voor de studenten. En zo kocht Paul een tweede. Toen studenten van de bouwkundefaculteit een feest organiseerden, vroegen ze Niezing of ze zijn flipperkasten mochten huren tegen de helft van de opbrengst van de kwartjes.
Het was een bescheiden begin van wat later een bloeiend bedrijf zou worden. ,,Ik leverde aan steeds meer studentenfeesten mijn kasten en daar kwamen ook Delftse cafe’s en snackbarren bij.”
Omdat een arcade op Scheveningen werd gesloopt om ruimte te maken voor de Palace Promenade, kon Niezing meer tweedehands kasten kopen, die hij eigenhandig opknapte of reviseerde. Hij schreef zich in bij de Kamer van Koophandel waardoor zijn studie wat naar de achtergrond verdween. Delftse horeca-uitbaters huurden graag een flipperkast bij Niezing omdat hij bij storingen dag en nacht bereikbaar was. ‘Binnen een uur is uw storing verholpen’, garandeerde hij zijn klanten.
,,Ik had een pieper die afging als iemand mijn antwoordapparaat insprak. Dan moest ik een telefoon opzoeken en kon ik van een afstand de boodschap afluisteren.”
Menig Delftenaar heeft in de jaren zeventig en tachtig op een kast van Niezing in een snackbar staan flipperen. Een van hen is Wil Angenent (54), thans beheerder bij de Delftse Vrije Academie. Angenent is geen onbekende in de flipperwereld. Niet alleen is hij getrouwd met Brigitte Angenent, die tweede werd op de Europese flipperkampioenschappen, hij bouwt de kasten ook zelf.
Zijn nieuwste flipperkast wordt volgend weekend gebruikt tijdens de Nederlandse kampioenschappen in het Evoluon in Eindhoven. ,,Flipperen kent momenteel een comeback. De kasten worden weer bedrijfsmatig geproduceerd in Nederland. In Amerika zijn grote bedrijven die waren gestopt met de productie weer begonnen.
Die nieuwe flipperkasten komen niet meer bij een snackbar te staan, maar veelal bij particulieren thuis. Er zijn heel veel verzamelaars die niet op vakantie gaan, maar wel iedere zomer een flipperkast kopen”, zegt Angenent.
Keurige Baan
Na zijn afstuderen hoopte Niezings moeder nog even dat hij een keurige baan als civiel ingenieur zou nemen. Maar Niezing breidde zijn flipperkastenbedrijf juist uit met videokasten waarop bijvoorbeeld Donkey Kong en Pacman werden gespeeld.
Er kwamen gokkasten, jukeboxen, poolbiljarts en voetbaltafels bij. Ook toen aan de flipperkasten steeds minder viel te verdienen, kon Niezing er geen afscheid van nemen. Hij hield ze in collectie en wist ze af en toe te plaatsen. Dat de flipperkasten nu weer in de mode raken, stemt hem vrolijk. Hij heeft er nog genoeg op voorraad. ,,Tegenwoordig plaats ik ze in bedrijfskantines. Ze staan onder meer bij een verzekeraar en een ambulancedienst.”
Voor zijn werk kwam Niezing veel bij Delftse kroegen over de vloer. Hij miste echter een ouderwetse bruine kroeg in zijn stad. ,,Een café waar het licht gedempt is, de muziek zacht staat en je tegen zessen een eenvoudige maar voedzame hap kunt krijgen.” Daarom opende hij er zelf maar eentje. In café Willie Wort (wort is de basis van bier) aan de smalle Delftse Kromstraat staat vanzelfsprekend een flipperkast. ,,Dit is een perfect gerestaureerd exemplaar uit 1978”, zegt Niezing die er nog regelmatig zelf op speelt.
Of de automatenexploitant er goed aan heeft gedaan een eigen kroeg te openen? ,,Ik weet het niet”, zegt Niezing. ,,Je ziet dat het niet druk is.” In zijn ouderwetse bruine kroeg komt dan net de eerste klant binnen wandelen. Misschien ligt een comeback ook in het verschiet voor een nostalgische bruine kroeg? ,,Ik zal er maar niet op rekenen”, zegt Niezing nuchter, terwijl hij nog eenmaal een bal de flipperkast inschiet.
Stukje van Website VAN 4 Juni 2019
In Memoriam Paul Niezing (14 april 1958 – 28 mei 2019)
Onlangs bereikte ons het trieste bericht dat oud-lid Paul Niezing is overleden. De heer Niezing was gedurende vele jaren lid van VAN Kansspelen en zette zich daarbij ook in bij vele werkgroepen én was vele jaren lid van het sectiebestuur van Exploitanten in de Horeca.
‘Flipperkoning’ van Delft
Paul Niezing komt in zijn studententijd in Delft in aanraking met flipperkasten. Nadat hij een aantal keren zijn flipperkasten uitleent, start hij een bedrijf op die flipperkasten plaatst en exploiteert in café’s en op andere plekken. Later komen hier speelautomaten bij, waarna Paul Niezing lid wordt van VAN Kansspelen.
Betrokken lid
Als lid van de sectie Exploitanten in de Horeca (SEH) toont de heer Niezing zich een betrokken lid. Hij wordt actief in verschillende werkgroepen en neemt later plaats in het sectiebestuur. Hij stopt met het bestuurslidmaatschap in 2014 en richt zich vanaf dat moment op zijn café Willie Wort in Delft.
Met dankbaarheid kijken we terug op de betrokkenheid van Paul Niezing en zijn vele bijdragen aan onze vereniging en de sectie Exploitanten in de Horeca in het bijzonder. Wij wensen zijn familie en andere naasten veel sterkte bij het verwerken van dit verlies.
Stukje van Website Algemeen Dagblad 5 Augustus 2019
Hoogbegaafde flipperaar Paul was gelukkig in zijn ‘mancave’ Willie Wort
Zijn café in hartje Delft was een trekpleister voor bierliefhebbers en hoogbegaafden. Een prima combinatie, vond de civiel ingenieur die in flipperkasten handelde. Deze week in de rubriek Van Wieg Tot Graf het levensverhaal van Paul Niezing (14 april 1958 – 28 mei 2019)
Paul Niezing was een Delftse exploitant van amusementsautomaten en hij had een telecombedrijf. Bovendien was hij civiel ingenieur, kroegbaas én hoogbegaafd. Een bijzondere combinatie die resulteerde in Willie Wort, een klein café aan de Kromstraat, een steeg tussen de Jacob Gerritsstraat en de Delftse Koornmarkt.
Het café werd bezocht door mensen die van bijzondere bieren hielden. Bijvoorbeeld de Paix Dieu, een Belgisch abdijbiertje dat bij volle maan wordt gebrouwen.
Kleurrijk gezelschap
Als in het café een vlaggetje met een M op de bar werd geplaatst, was dat een teken voor de leden van Mensa, een vereniging van hoogbegaafden. Regelmatig kwamen leden samen in Willie Wort. ,,Hoogbegaafden hebben gemeenschappelijk dat hun score bij een IQ-test tot de top 2 procent behoort. Maar hun opleidingen, hun persoonlijkheden en hun politieke voorkeuren zijn zó divers dat het een aangenaam kleurrijk gezelschap is dat vriendelijk met elkaar kan converseren”, zei Niezing.
Zelf deed hij ondanks zijn hoge IQ twaalf jaar over zijn studie civiele techniek. Het was een lange maar ook bloeiende studententijd. Niezing woonde boven de sociëteit van zijn studentenvereniging Wolbodo aan de Verwersdijk. Daar stond een flipperkast die Niezing intrigeerde. ,,De beweging van de zilveren bal over het speelveld is onderhevig aan natuurkundige wetten. Daar moet je, in combinatie met gevoel voor timing, gebruik van zien te maken. De manier waarop de starthendel wordt gebruikt om de bal het spel in te schieten en de wijze waarop de flippers worden bediend, bepalen de afloop van het spel. Het is behendigheid, géén geluk”, vertelde Niezing, in een interview.
Keurige baan
Als student kocht hij zijn eerste flipperkast voor 150 gulden van een particulier, die het gevaarte in de kelder had staan. Er zouden vele flipperkasten volgen. Niezing knapte ze op en verhuurde ze. Eerst aan studenten die op feestjes wilden flipperen, maar al snel ontstond er een heuse onderneming. De apparaten van Niezing kwamen in café’s en snackbars door heel Zuid-Holland te staan. Toen een Scheveningse speelhal plaats moest maken voor de bouw van de Palace Promenade, kocht Niezing de inventaris. De aankomend ingenieur ging goed verdienen met zijn automaten, waardoor zijn studie enige jaren naar de achtergrond verdween. Toen hij uiteindelijk, na een paar maanden echt studeren, toch zijn bul behaalde hoopten zijn ouders nog even op een keurige baan voor hun zoon. Maar die ging flipperkastenbedrijf uitbreiden en opende een kroeg.
Mancave
Er waren verliefdheden en vriendinnen in zijn leven, maar van trouwen of een gezin stichten kwam het niet. Niezing was gelukkig in zijn ‘mancave’ Willie Wort (wort is de basis van bier), waar zijn eenvoudige doch voedzame dagschotel veel vrijgezellen trok. Niezing volgde zijn zus, die als actrice in Nederlandse televisieseries speelde, op de voet en zat trots vooraan bij haar optredens. Mét een zakdoek omdat hij steevast een traantje liet als zij moest zingen.
Een onschuldig schaafwondje dat ging ontsteken, een diagnose nierkanker, een herseninfarct en een gebroken arm zorgden, in één jaar tijd, voor een slechter wordende gezondheid. Uiteindelijk werd een longontsteking de ondernemer fataal. Niezing overleed op 61 jarige leeftijd.
Bronvermelding: Automaten Magazine Oktober 2001, AD 2017, VAN website, AD 2019