Gokkasten Archief Verhalen

Lees de Boeiendste verhalen uit Nederlandse Gok Geschiedenis

Van de Beek

Van de Beek Automaten, met Willem, Gert en Anneke

Stukje uit Automaten Magazine September 2002

Zonder contracten, dat kan nog steeds.

In de 25 jaar dat Willem van de Beek nu werkzaam is in de speelautomatenbranche heeft hij nog nooit met contracten gewerkt. ‘Alles gaat mondeling.

willem van de beek
Willem van de Beek

Je vertrouwt iemand of je vertrouwt hem niet. Het feit dat ik nog steeds klanten van 25 jaar geleden heb bewijst mijn stelling.

Automaten Magazine streek dit keer neer in Assen, ‘Ergens in Nederland’. Bij Van de Beek Handelsexploitatiemaatschappij, zoals het bedrijf officieel heet.

‘Maak het niet te serieus hè, een beetje humor hoort er ook bij hoor. Willem van de Beek kan honderduit vertellen over zijn bedrijf en over zijn kijk op de branche. Hij is ernstig. maar er moet op zijn tijd wel gelachen worden. Zo is het altijd gegaan in deze branche, dat is de charme van dit vak.

Samen met zoon Ger en dochter Anneke runt Van de Beek zijn bedrijf aan de Borgstee in Assen. Op het mooie industrieterrein is men nu twee jaar gevestigd in een al even fraai pand. Daar is de werkplaats, daar staan ook een paar automaten. ‘De automaten staan vooral bij de klanten natuurlijk, zoals het hoort.

Van de Beek heeft zo’n 35 tot 40 kansspelautomaten uitstaan in de drie noordelijke provincies. ‘Dat is ons rayon. We zijn niet overdreven groot, werken kleinschalig en dat bevalt prima’, zegt Van de Beek, die terugkijkt naar de tijd waarin hij begon.

‘Ach, het zijn de bekende verhalen die je van de collega’s ook hoort. Hartstikke onzeker. Wat in de ene gemeente niet mocht, mocht een paar kilometer verder nog wel. Die gedoogperiode was ontzettend link natuurlijk, je wist nooit precies waar je aan toe was.’

Stoppen of vertrekken

Willem van de Beek werkte destijds voor Van Duinen Automaten in Amsterdam. ‘Dan ging het vooral om koffieautomaten. Die werden in die regio uitgezet. Zo kwam ik natuurlijk ook bij de horeca terecht. Op een gegeven moment werd me gevraagd om eens een kansspelautomaatje weg te zetten. Dat deed ik in Groningen en dat liep ontzettend goed.

Van de Beek, lachend: ‘Ik wist meteen dat ik niet in de goeie branche werkte. Geleidelijk aan ging hij meer automaten exploiteren, ook flippers. Maar de baas stelde hem voor de keus: of stoppen met die handel, of vertrekken en voor jezelf beginnen. Van de Beek koos voor het laatste. ‘Ik kreeg nog een half jaar salaris mee. dat vond ik een erg mooi gebaar van Van Duinen.’ Hij had daarmee een startkapitaaltje.

De exploitatie werd groter en Van de Beek begaf zich ook in het onroerend goed. ‘Een goede handel, maar daarbij vind ik die oude, historische panden gewoon erg mooi. En zo werd het onroerend goed ook ondergebracht in het bedrijf dat zich voortaan handels exploitatie maatschappij ging noemen.

gert willem en anneke
Gert, Willem en Anneke van de Beek

Noodzakelijke maatregelen

Het ging goed, al was Van de Beek dan dag en nacht op pad. ‘Met die mechanische machines had je elke week toch wel zo’n vijf storingsmeldingen en dan moest je weer op pad. Daarnaast sjouwde je met die grote automaten om ze ergens uit te zetten. Dat veranderde natuurlijk met de komst van de elektronische machines. Nu gaat er veel telefonisch, als er al klachten komen.

Maar na de vette jaren kwamen de bekende magere toen de droge horeca werd verboden voor kansspelautomaten. ‘Dat koste ons zestig procent in de omzet, we hadden veel machines in de droge horeca uitstaan. Achteraf denkt Willem van de Beek dat het zo slecht nog niet was, die beperkende maatregel.

“Er moest sowieso iets gebeuren, er waren snackbars waar kinderen gokten. Dat kan natuurlijk niet. Ja, uiteraard sprak je daar de uitbater wel op aan, maar het is toch vooral zijn taak om die jochies weg te sturen. Trouwens, ik heb het meegemaakt dat een vader belde en vroeg waar wij ons mee bemoeiden. ‘Mijn zoon mag met zijn geld doen wat hij wil’, zei hij. Nou, wat moet je dan?’

Het waren noodzakelijke maatregelen, vindt Van de Beek. ‘Anders hadden we nu echt helemaal niks meer gehad, dan was de hoogdrempelige horeca ook dicht gegaan. Natuurlijk hebben de exploitanten veel moeten inleveren. Maar ik denk dat de VAN er toch nog een goed resultaat heeft uitgespeeld. Alle lof voor de lobbyisten. Er zijn er die niet inzien hoe dicht wij bij een totaal verbod waren.’ En het verhaal dat snackbars failliet zouden gaan als de kansspelautomaten eruit gingen? ‘Ach welnee, hier in het noorden heb ik er geen eentje gezien die moest stoppen.’

Geen illegale toestanden

Misschien had de branche het eerder moeten zien aankomen, denkt Van de Beek. ‘Maar als je alles van tevoren weet. Ik heb twee hallen gehad in Groningen, in de jaren zeventig. Nou, toen kon je zo een vergunning krijgen hoor. Ik heb ze verkocht en nu zijn de centers de grote winstmakers. Tja, je maakt keuzes. Het had ook helemaal fout kunnen gaan. Maar we bestaan nog en we draaien lekker.

Waarbij Van de Beek aantekent dat hij zich verre houdt van de illegaliteit. Geen internetzuilen dus? ‘Ik heb niks tegen de internetzuilen, daar kun je van alles mee doen. Maar zolang het gebruik van die goksites verboden is in de droge horeca, doe ik daar niet aan mee. Internetzuilen prima, maar niet gokken. Geen illegale toestanden alsjeblieft. Je bent dan gevaarlijk bezig, je kunt zelfs je vergunning kwijtraken. Als branche loop je het risico dat je weer helemaal van voren aan moet beginnen. Is het dat allemaal waard’?

Veel erger vindt Willem van de Beek de onduidelijkheid over wat nu wel of niet laag of hoogdrempelig is. ‘Een café waar je een balletje gehakt koopt wordt opeens laagdrempelig. Toe nou zeg!’ Tijd voor duidelijkheid, vind Van de Beek. ‘Regel dat nou landelijk. Nu zitten we eigenlijk weer in hetzelfde parket als tijdens die gedoogperiode. De ene gemeente vindt het goed, de andere niet. Hij heeft al heel wat gesprekken gevoerd met de ambtenaren. ‘In eerste instantie kijken ze je toch nog wantrouwend aan. Die automatenjongens hè. Liever maar niet. Maar na een paar gesprekken verandert dat en kun je meestal tot goede afspraken komen.’

van de beek speelautomaten
Altijd gezellig bij van de Beek!

Geen contracten

Een praatje met je vaste klanten, vragen hoe het ermee gaat. Het persoonlijke contact. En: een man een man, een woord een woord. Willem van de Beek werkt nog steeds zonder contracten. Een mondelinge afspraak is een afspraak, vindt hij. ‘Is dat ouderwets? Dan ben ik maar ouderwets. Maar zo werk ik en dat gaat goed.’

Collega-exploitanten zeggen weleens eens dat zoiets vroeger heel normaal was, maar dat de tijden anders zijn nu. Killer, zakelijker. Van de Beek ervaart dat juist niet. ‘Ik ken al mijn klanten en ik werk op deze manier door. Dat bevalt ons prima. Maar dat wil niet zeggen dat collega’s nu naar mijn klantjes moeten gaan en ze een mooi contract voor hun neus gaan houden hè. Dat is nou ook weer niet bedoeling.’

Van de Beek blijft zelfstandig werken, dat lijkt zo goed als zeker. Senior gaat nog een paar jaartjes door, want stil zitten is ook niks. En zoon Ger, die tien jaar geleden bij vader ging werken, bouwt aan zijn eigen exploitatie. Daarnaast verzorgt hij de reparaties voor het bedrijf. Eerder leerde hij het vak kennen bij Holland Horeca, bij Willem Boverhof.

‘Met Willem heb ik in die beginjaren nog dingen voor de VAN gedaan, dat was geweldig’, vertelt Van de Beek. Ook zijn zoon kon goed met Boverhof overweg. ‘Een typische man, maar zeer succesvol in zijn werk. Dochter Anneke van de Beek kwam een jaar geleden bij het bedrijf werken. ‘Ik werkte eerder in de horeca. Of er een verschil is? Nou, werken in een familiebedrijf is zeker leuker.’ Anneke verricht de administratieve zaken en werkt de telefoontjes af.

Van de Beek timmert nog steeds prima aan de weg. Men gaat zelfstandig door, op zoek naar nieuwe uitdagingen. ‘Als je maar wel duidelijk maakt dat ze die contracten bij mijn klanten kunnen vergeten hè.’

Bronvermelding: Automaten Magazine September 2002